Terug naar vorige pagina

Toelichting tarieven 2024

We hebben een aantal vragen met antwoorden over de tariefswijziging van 1 januari 2024 voor u op een rij gezet.

Vraag en antwoord

Het Kadaster moet kostendekkend werken. Door de huidige vastgoedmarkt neemt het werkaanbod af en daarmee de opbrengsten daarvan. We zien dus een daling van inkomsten. Dat komt door een blijvende afname van transacties in de vastgoedsector en een daling van het gebruik van diensten van het Kadaster. 

Ook hebben we te maken met stijgende kosten, mede door inflatie. In 2022 en 2023 waren de kostenverhogingen door inflatie en CAO in totaal 13,2%, terwijl we de tarieven niet verhoogd hebben. Dit percentage rekenen we vanaf 2024 door in de tarieven. De verwachte inflatie over 2024 nemen we hier nog niet in mee. 

Naast kostenbeheersing en het aanspreken van ons eigen vermogen is een tariefstijging noodzakelijk. Deze te nemen maatregelen zijn besproken met de raad van toezicht en de gebruikersraad van het Kadaster en met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Volgens de afspraken die in 2020 zijn gemaakt over de omvang van het normvermogen van het Kadaster, kunnen tarieven jaarlijks worden bijgesteld met maximaal 5% (afgezien van inflatie). Zo kunnen we  de conjuncturele reserve binnen de afgesproken marges te houden. 

We kiezen ervoor om deze ruimte van 5% niet op alle producten toe te passen, maar alleen op de tarieven voor inschrijving van akten en hypotheekstukken en Kadaster-on-line (KOL)/Keten Integratie Kadaster (KIK)-inzage.  Daarvoor stijgen de tarieven met 19,5% (6,3% verhoging en 13,2% inflatiecorrectie). Deze verhoging wordt gebruikt voor het opvangen van conjuncturele schommelingen op deze productgroepen. Deze hebben het meest te maken met een daling van het aantal transacties in de vastgoedmarkt. 

De tarieven worden per 1 januari 2024 verhoogd, met akkoord van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 

Het werkaanbod akten en hypotheekstukken is afhankelijk van onder meer de rentestand en de economische groei. Wij baseren onze prognoses op de cijfers van het Centraal Planbureau. Door een snel teruglopend werkaanbod en hoge inflatie is de financiële situatie sneller verslechterd dan in het vorige Meerjarenbeleidsplan werd verwacht. Daardoor is aanpassing van het tariefniveau noodzakelijk.

Het Kadaster  heeft te maken met stijgende kosten. Dat komt met name door de hoge inflatie. Daarnaast is er een daling van inkomsten door een blijvende afname van transacties in de vastgoedsector en een daling van het gebruik van diensten van het Kadaster. Het Kadaster heeft waar mogelijk maatregelen genomen om de kostenstijging te beperken. Naast deze kostenbeheersing en het aanspreken van ons eigen vermogen is een tariefstijging noodzakelijk.  Zo kunnen we de rechtszekerheid blijven borgen en de dienstverlening in stand houden. 

Ja. Het werkaanbod blijft achter bij wat we gepland hadden. Daardoor blijft de omzet achter. Deze tariefverhoging is nodig om achterblijvende omzet te compenseren.

Met deze tariefstijging volgen we de algemene loon- en prijsontwikkeling. Over meer jaren bekeken is  het tariefniveau van het Kadaster relatief laag in vergelijking met de consumentenprijsindex (CBS/CBP).

Het Kadaster doet jaarlijks een voorstel voor wijziging van de kadastrale tarieven. Dit voorstel wordt besproken met de gebruikersraad en de raad van toezicht. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelt de nieuwe tarieven uiteindelijk vast. 

We willen kunnen blijven spreken van een financieel gezonde situatie. We hebben voor de komende jaren flinke kostenbesparingen gepland. Dat houdt onder meer in: 

  • het verminderen van de flexibele schil en de capaciteitsinzet in budget gefinancierde diensten
  • vacaturestop op indirecte functies 
  • stoppen en temporiseren van projecten 
  • verminderen van kantoorwerkplekken 
  • korten op algemene budgetten 

Of dit in combinatie met de huidige tariefstijgingen voldoende is, hangt onder meer af van de verdere ontwikkeling van de vastgoedmarkt.   

Het Kadaster stelt continuïteit, kwaliteit en betrouwbaarheid voorop. De eisen die wij daaraan stellen hebben wij vastgelegd in ons kwaliteitshandvest. Deze blijven ongewijzigd van kracht.
 

Een objectlijst geeft een overzicht van de kadastrale objecten die een persoon (ook rechtspersoon) op naam heeft. Nu kunnen via Kadaster-on-line (KOL) maximaal 1000 objecten worden opgevraagd. Dit wordt uitgebreid tot maximaal 3000-4000 objecten. Tegelijkertijd bevat deze info voor € 1,20 per lijst veel eigendomsinformatie die anders € 2,80 kost. Eerder had dit product een tarief per 20 objecten. Met de uitbreiding naar 3000-4000 objecten staat het tarief niet meer in verhouding tot de andere online producten. Met deze wijziging herstellen we dat. 

De tijd die nodig is voor een grensreconstructie wisselt. Dit is afhankelijk van onder meer het verloop van de grens, de situatie in het terrein en de ouderdom van de eerdere meting. Het voert te ver om al deze onderdelen mee te nemen in het tarief., Daarom is gekozen voor een gemiddeld, relatief laag tarief. Het Kadaster rekent een relatief laag tarief voor grensreconstructies om te stimuleren dat grensreconstructies worden uitgevoerd. Dit vergroot de rechtszekerheid. Bij grote percelen staat de hoeveelheid werk nog minder in verhouding tot het tarief. Daar gaan we meerwerk in rekening brengen, nadat we een offerte hebben afgegeven. Dit verbetert de kostendekkendheid.  

Het bestaande tarief is een tarief per netwerk. Bij grotere netwerken kan dit een groot onderzoek met zich meebrengen. Soms is dat dagen werk. Dan is het tarief voor het onderzoek niet kostendekkend. Met deze verhoging worden deze werkzaamheden meer kostendekkend.

De kosten voor KLIC zijn stabiel, terwijl het aantal meldingen blijft groeien. Daardoor is er ruimte om het tarief iets te verlagen.

Het tarief voor een verificatiepost is in 2016 sterk verlaagd. Dit is nu niet meer kostendekkend. Dit komt onder andere door het volgende:

Het duurt vaak een aantal jaren voordat een meting kan worden uitgevoerd. Ondertussen stijgen de kosten door inflatie steeds verder. Het verschil tussen het bedrag dat voor de meting betaald is en de kosten om de meting uit te voeren loopt daardoor steeds verder op. We worden dus steeds minder kostendekkend.

Het lagere tarief voor verificatieposten is in 2016 gecompenseerd door relatief hogere tarieven voor inschrijving van stukken. De inkomsten van het Kadaster zijn daardoor meer gevoelig geworden voor economische ontwikkelingen. Dit komt doordat het werk aan inschrijvingen meer op en neer gaat dan het werk aan meetposten. Als de inkomsten uit inschrijvingen in de omzet stijgen of dalen, verandert de hele omzet dus ook meer. Om die veranderingen wat minder groot te maken, verhogen we nu het tarief voor verificatieposten.

Dit is de reden dat het tarief voor een verificatiepost met 25% stijgt. Vaak is een splitsing vooraf ook een mogelijkheid. Het tarief daarvoor stijgt met 13,2%, dus dat kan aantrekkelijker zijn.

De kwartiertarieven die gelden voor ‘andere werkzaamheden’ (maatwerk en projecten) bewegen mee met de algemene ontwikkeling van lonen en prijzen. Deze worden met 7% verhoogd, in plaats van de algemene verhoging van 13,2%, omdat deze tarieven in 2022 en 2023 al met 2% en 4% gestegen zijn.

Per 1 januari 2024 worden ook gewijzigde tarieven voorgesteld voor de kadasters op de BES-eilanden, volgens de in de Kadasterwet BES opgenomen procedure. Deze tarieven zijn opgenomen in een afzonderlijke tarievenregeling.

Hebt u een vraag waarop u het antwoord niet kon vinden? Neem dan contact op met de klantenservice op telefoonnummer 088 - 183 22 00. Onze medewerkers zijn u op werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur graag van dienst. Of stel uw vraag direct via het contactformulier.