Onderzoek naar 100 jaar sturing van landinrichtingsprocessen

Het grondgebruik in het landelijk gebied in Nederland is de afgelopen eeuw flink veranderd. En ook in de nabije toekomst zijn er grote veranderingen te verwachten. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) onderzoekt of er een verband is tussen historische veranderingen van het grondgebruik en bestuurlijke en politiek-maatschappelijke ontwikkelingen.

Omdat ruilverkaveling en landinrichting vaak de oorzaak waren van veranderend grondgebruik, heeft het PBL aan het Kadaster gevraagd hoe de sturing, ofwel de governance structuur, van landinrichting zich in ruim een eeuw ontwikkeld heeft. Wie nam het initiatief? Wat was de rol van de (rijks)overheid?

Bekijk het onderzoek

5 momenten van verandering

Het onderzoek richt zich op de periode van 1895 tot nu. In deze periode waren er 5 momenten waarop grote veranderingen in de sturing van landinrichtingsprocessen plaatsvonden. 

1924

Ruilverkaveling begon als vrijwillig instrument om de agrarische structuur in een gebied te verbeteren. Met de komst van de 1e ruilverkavelingswet in 1924, verandert dat. Ruilverkaveling gebeurt vanaf dan nog steeds op initiatief van boeren. Maar als een besluit tot ruilverkaveling is genomen, moeten alle grondeigenaren meedoen. 

1947

Vanaf 1947 stuurt het Rijk actief aan op ruilverkaveling. Ruilverkaveling wordt een instrument om rijksbeleid uit te voeren: verhogen van de landbouwproductie en verbeteren van de leefomstandigheden op het platteland.

1975

In 1975 verbreedt het beleid zich. Ruilverkaveling heet vanaf nu landinrichting. Het wordt niet meer alleen voor agrarische structuurverbetering ingezet, maar ook voor natuurdoelen, recreatie en cultuurhistorie. 

1996

Vanaf 1996 verschuift de operationele inzet van het landinrichtingsinstrument van het Rijk naar de provincies. Het inzetten van het landinrichtingsinstrument is nu zaak van de provincies geworden. Dit zorgt ervoor dat grondeigenaren geen rol meer spelen bij het initiatief voor landinrichting. 

2011

Vanaf 2011 ligt het beleid voor het landelijk gebied bij de provincies. Daarmee zijn zij nu helemaal verantwoordelijk voor zowel het beleid als de uitvoering ervan in het landelijk gebied. Landinrichting blijft 1 van de inrichtingsinstrumenten die provincies kunnen inzetten. 

Meer informatie