Het gebruik van de BAG API individuele bevragingen groeit. Sinds oktober hebben we meer dan 2000 actieve gebruikers! En voor 2026 zit er een grote nieuwe release aan te komen, waarin we de API nog verder verbeteren.
2000 gebruikers, 20 miljoen bevragingen
In oktober 2025 hebben we een grote mijlpaal bereikt met de BAG API Individuele Bevragingen. Het aantal actieve gebruikers groeide naar 2.026. Dat is een stijging van 331 gebruikers vergeleken met oktober vorig jaar. Ook het gebruik ligt op een hoog niveau. Gemiddeld zijn er 20 miljoen bevragingen per maand. Daarmee bewijst de API zich als een veelgebruikt en betrouwbaar product dat dagelijks het verschil maakt voor onze gebruikers.
Vooruitblik: nieuwe versie van de BAG API Individuele Bevragingen
Wij blijven altijd verbeteren. In het nieuwe jaar komt er een vernieuwing van de BAG API. Een van de nieuwe functionaliteiten is het mogelijk maken om historische voorkomens van adressen op te vragen op basis van parameters zoals adres of postcode en huisnummer. Hiermee wordt het mogelijk na te gaan of een adres ooit heeft bestaan (en mogelijk is vernummerd) of in de toekomst zal bestaan. Er zal tijdig gecommuniceerd worden over de introductie, overgangsperiode en uitfasering van de (oude versie van de) API. Bij het uitfaseren van een endpoint geven wij een HTTP-statuscode 299 terug. Dit signaal maakt duidelijk dat het endpoint in de volgende major release niet meer beschikbaar is.
Maak gebruik van de BAG API
Bent u nog niet aangesloten en wilt u deze service gebruiken? Ontdek hoe de BAG API u kan ondersteunen. U leest er alles over op de pagina BAG API Individuele Bevragingen.
Wilt u zich aanmelden? Dat kan eenvoudig via het aanmeldformulier.
Topotijdreis: al 10 jaar reizen door 200 jaar geschiedenis
Topotijdreis.nl bestaat 10 jaar en dat vieren we! Tijd om terug te kijken naar het begin: hoe ontstond dit bijzondere project? En hoe komt het dat de website nog steeds meer dan 125.000 bezoekers per maand trekt?
Wie jarig is trakteert
In 2015 bestond de Topografische Dienst 200 jaar. Na al die jaren topografie hadden we een schat aan historische kaarten. Zonde om niets mee te doen. En zo ontstond het idee voor een cadeau voor alle Nederlanders: een online reis door de tijd. Een zomer lang werkten de medewerkers van Kadaster Geo-Informatie samen met softwareleverancier Esri Nederland keihard door.
Samenwerken aan een kaartenreis
Met een harde schijf vol met historische kaarten gingen we van start. Er waren zelfs papieren exemplaren die we nog moesten digitaliseren. Het was best een uitdaging om de kaarten zo te combineren dat het precies klopte en er ook nog mooi uitzag. Maar al snel kwamen we tot een handig ontwerp. Via een verschuifbare tijdbalk blader je door de historische kaarten van elke plaats in Nederland.
250 miljoen hits
En zo werd het idee een website: Topotijdreis.nl. De website kwam op 24 september 2015 online. Die dag kwamen er maar een paar bezoekers. Maar 1 dag later werd het nieuws opgepakt door allerlei landelijke media. Dat had niemand verwacht of zelfs maar durven dromen. Al snel volgde een telefoontje vanuit Esri Amerika: de bezoekersaantallen gingen door het dak. In nog geen 5 dagen tijd kreeg Topotijdreis 250 miljoen hits!
Blijven ontwikkelen
De kracht van Topotijdreis zijn al die kaarten. Want elke kaart is een uniek stukje verleden. Op sommige oude kaarten zijn de koffievlekken nog zichtbaar. De website lijkt nog steeds op hoe we die 10 jaar geleden bouwden. Maar er kwamen wel mogelijkheden bij. Zo kun je nu 2 kaarten uit verschillende periodes naast elkaar in beeld vergelijken. En we voegden luchtfoto’s toe. Ook de komende jaren ontwikkelen we door. Maar eenvoud blijft het uitgangspunt.
Topotijdreis in cijfers
Dit is Topotijdreis in 5 opvallende cijfers:
Meer dan 125.000 bezoekers per maand
Meer dan 143 miljoen hits per maand
Een 8,5 als beoordeling door bezoekers
Meer dan 200 jaar aan kaarten
Meer dan 18 jaar aan luchtfoto’s
Verhalen achter de kaart
Bezoekers gebruiken Topotijdreis.nl om allerlei verschillende redenen, voor hun hobby of juist professioneel. We zijn heel blij met alle enthousiaste gebruikers en de positieve feedback die we krijgen. De komende maanden leest u interviews met 5 fans: waarom zijn zij zo blij met Topotijdreis? En waar gebruiken ze het precies voor?
In de afgelopen 30 jaar is in de Krimpenerwaard veel grond vrijgemaakt om natuur te kunnen ontwikkelen. Overheden en andere partijen hebben verschillende grondinstrumenten gebruikt om ruimte te maken voor natuurontwikkeling. We onderzochten welke instrumenten werden ingezet en hoe effectief deze instrumenten waren.
De betrokken partijen gebruikten verschillende manieren om grond vrij te maken voor natuur. Bijvoorbeeld vrijwillige overdacht, vrijwillige kavelruil, ruil, landinrichting of onteigening. Maar ook zogenaamde zelfrealisatie, waarbij de eigenaar van de grond zelf voor natuurontwikkeling zorgt.
Verschillende factoren leidden tot vertraging. Bijvoorbeeld tijdens het project van strategie veranderen. En ook de keus voor vrijwillige overdracht en vrijwillige kavelruil kost veel tijd. Het is in die gevallen onzeker hoe lang een project duurt.
De beschikbaarheid van grond was belangrijk voor het succesvol ontwikkelen van de natuur in de Krimpenerwaard. Net als de mogelijkheid om grond te kunnen onteigenen. Het hielp ook om verschillende instrumenten te combineren. Dat zorgt voor flexibiliteit en de mogelijkheid tot maatwerk.
Over het onderzoek
Het onderzoek deden we samen met Wageningen Environmental Research, in opdracht van het Planbureau voor de Leefomgeving.
Afgelopen jaar is een recordhoeveelheid grond via kavelruil van eigenaar gewisseld. Dit onderzoek geeft inzicht in de kenmerken van kavelruilen, het aandeel in de agrarische grondhandel en de regionale spreiding. We vergelijken recente cijfers met onderzoek uit 2012-2016.
Tussen juli 2023 en juni 2024 werd 13.200 hectare overgedragen via kavelruil. Dit is 31% van de totale grondhandel. Veel hoger dan het jaarlijkse gemiddelde van 18% in 2012-2016.
Het aantal kavelruilakten steeg van 190 naar 309. De totaal geruilde oppervlakte steeg van 7.100 naar 13.200 hectare.
3. De geruilde oppervlakte per kavelruil verschilt sterk. Dit kan minder dan 10 hectare zijn, maar ook meer dan 300 hectare. Gemiddeld wordt per kavelruil 43 hectare geruild.
4. Kavelruil vindt vooral plaats in Noordoost-Nederland. In de rest van Nederland stijgt het aantal kavelruilen ook. Alleen in Zuid-Limburg daalde de oppervlakte van de kavelruilen sterk.
5. Bij ongeveer 35% van de totale oppervlakte en 23% van de kavelruilakten is een overheid betrokken als inbrengende of toegedeelde partij.
Over dit onderzoek
Dit onderzoek is uitgevoerd door Sanne Meijer en Paul Peter Kuiper. Sanne Meijer studeert Notarieel Recht aan de Rijksuniversiteit Groningen en liep in de zomer van 2024 stage bij het Kadaster. Paul Peter Kuiper is expert vastgoed en grond in het landelijk gebied bij het Kadaster.
Notaris aan de Zuidas: grote klanten, grote belangen
Alles is groot bij de notarissen aan de Zuidas in Amsterdam: de kantoren, de klanten, de belangen. Kantoor Loyens & Loeff wil er zeker van zijn dat elke transactie verloopt zoals afgesproken. Want iedere vertraging kost meteen groot geld.
Advies en begeleiding bij hele levensloop vastgoed
Windparken, schepen, vliegtuigen, kantoorpanden: ze wisselen allemaal wel eens van eigenaar. Spannend werk, ziet Marjolein van Bekhoven, partner en notaris bij Loyens & Loeff. Het kantoor heeft als klanten vooral beleggingsfondsen, pensioenfondsen en ontwikkelaars. “We begeleiden hen bij de hele levensloop van hun vastgoed: van aankoop tot verbouwing, van splitsing tot uiteindelijke verkoop.”
Vlekkeloos proces belangrijker dan snelheid
Voor de meeste van hun klanten is snelheid niet het belangrijkst. Maar wél de zekerheid dat een transactie loopt zoals verwacht. “Bij buitenlandse klanten staat Nederland bekend om de snelle en goede verwerking van akten. Daar rekenen zij dan ook op. Ontvangen wij hun geld voor een transactie, maar kan de akte niet op tijd worden ingeschreven? Dan staat het geld een dag langer op een tussenrekening van de notaris. En dan kan hun geld een dag lang niet groeien.”
1 akte, 14.500 percelen
Voor zo’n groot kantoor schrijft Loyens & Loeff weinig akten in bij het Kadaster. Maar de akten die ze inschrijven zijn nooit standaard. “Laatst wilde een klant een nieuwe hypotheek voor al zijn vastgoed. Dat ging om 1 akte met 14.500 percelen. We hadden 5 dagen nodig om alle informatie op te vragen via Kadaster-On-Line!”
Persoonlijk contact met Kadaster
Loyens & Loeff besteedt veel tijd aan voorbereiding om een akte juist en op tijd in te schrijven. Daarvoor zoeken ze vaak persoonlijk contact met het Kadaster. “Dat is hartstikke prettig, de lijntjes zijn kort. We vragen bewaarders: als ik het zo beschrijf, gaat de inschrijving dan goed? De relatiemanager hoort van ons wanneer er weer een grote akte aan komt. En het enthousiasme van jullie medewerkers Schepen en Vliegtuigen? Dat blijft een feest!”
Meer informatie
Veel informatie die handig is voor notarissen vindt u bij elkaar op de Startpagina notariaat.
Notaris bij een advocatenkantoor: vakmanschap op maat
Freerk Volders is notaris bij Meijburg Legal Advocatuur en Notariaat. Hij geniet ervan om voor elke klant advies op maat te maken. Voor hem geen standaard aanpak, uitleg of akten: “Ik ben geen kopieerapparaat.”
Specialist in belastingen
Het team van Meijburg Legal bestaat uit 40 collega’s. Ze zijn advocaat of notaris en werken samen met hun belastingcollega’s van Meijburg & Co. Hun klanten zijn vooral internationale ondernemingen en grote familiebedrijven. Volders: “Elke stap die een onderneming zet, heeft gevolgen voor de belastingen. En daar is een notaris voor nodig.”
Maatwerk per klant
De vragen van hun klanten zijn altijd uitgebreid en ingewikkeld. Dat vraagt veel maatwerk. Standaardakten schrijft Meijburg Legal dan ook niet in. “Soms is er maar 1 akte, maar komt er veel bij kijken. Bij het opdelen van het vastgoed van een belegger wisselden zo’n 10.000 panden van eigenaar. Bij zulke grote akten helpt het Kadaster ons dan met het inschrijven.”
Begeleiding bij familievraagstukken
Bij familiebedrijven spelen vaak emoties een grote rol. Zeker als iemand overlijdt. Volders begeleidt dan de zoektocht naar duidelijkheid: “Hoeveel kinderen zijn er? Wie is de erfgenaam? Wie krijgt de leiding over de onderneming? Maar ook: is er voldoende geld om de belastingen te betalen?”
Automatiseren, maar zelf blijven nadenken
Het systeem voor automatisch aanleveren van akten bij het Kadaster (SYVAS) maakt zijn werk gemakkelijker. Maar je moet bij alle automatisering wel zelf blijven nadenken, zegt Volders, anders maak je makkelijk fouten: “We zeggen hier altijd: als we tegen problemen met SYVAS aanlopen, ligt het eigenlijk altijd aan ons.”
Juridisch houvast bieden
Wat Volders enthousiast houdt? Het vakmanschap als notaris: “De juridische wereld is ingewikkeld. Wij helpen mensen om het allemaal te overzien. En om wat ze willen ook echt te laten werken. Wij zorgen voor goede afspraken om op terug te vallen bij conflicten.” De weg om daar te komen verveelt nooit: “Regelmatig stel ik mensen de vraag: wat u wilt, is dat nou wel zo verstandig? En dan rolt er vaak iets anders uit dan waar ze voor kwamen. Het is een leuk vak!”
Verder lezen
Dit portret is onderdeel van een serie over verschillende soorten notarissen. Lees bijvoorbeeld ook:
Huizenprijs nergens onder € 1.000 per vierkante meter
Voor het eerst is er geen Nederlandse wijk meer met een vierkantemeterprijs van € 1.000 of minder. De duurste plek kost voor het eerst meer dan € 10.000. Dat blijkt uit een onderzoek van weekblad EW en het Kadaster, waarin we de vierkantemeterprijzen per wijk in kaart brachten voor 2021.
Goedkoopste buurt in Friesland, duurste in Amsterdam
Huizen zijn het goedkoopst in het Friese Vrouwenparochie: € 1.310 per vierkante meter.
De duurste plek, met gemiddeld € 10.409 per vierkante meter, is Utrechtsebuurt Zuid in Amsterdam. Dat gaat dus over de magische grens van € 10.000.
Daarnaast is er inzicht in de verhuizingen vanuit West-Nederland naar gemeenten in andere provincies. De Veluwe blijkt in trek bij huizenkopers vanuit de Randstad.
Tuin gemiddeld het kleinst en duurst in Amsterdam
Bij de berekening van de huizenprijzen tellen we tuinen niet mee in de prijs. We kijken dus naar de vierkantemeterprijs per woonoppervlak. Tuinen kunnen een huis aantrekkelijker maken, net als winkels en scholen in de buurt. Maar een tuin bepaalt niet hoe duur een huis is. Dat is goed te zien in Amsterdam: daar zijn de prijzen het hoogst, maar de tuinen het kleinst.
Over het onderzoek
Voor huizenkopers, -verkopers en -bezitters zijn lokale huizenprijzen het meest interessant. Die zijn het best te vergelijken via de prijs per vierkante meter woonoppervlak. Daarom onderzoeken we samen met weekblad EW al sinds 2016 de vierkantemeterprijs. Ieder jaar doen we uitgebreid onderzoek naar de woningtransacties (woningverkopen) in alle Nederlandse wijken en buurten van de grote steden. Het gaat dus niet om WOZ-waarden of vraagprijzen, maar om echt betaalde bedragen.
Bekijk alle resultaten van het onderzoek (met een betaald account) op ewmagazine.nl. Hier vindt u ook interactieve kaarten en prijsinformatie op wijk- en buurtniveau.
Meer onderzoeken
Wilt u meer weten over dit onderzoek of de woningmarkt? Neem dan contact op met onderzoeker Martin Tillema via zijn contactpagina.
Meer onderzoeken van het Kadaster over de woningmarkt vindt u op de pagina Onderzoeken.
Wilt u voortaan ieder kwartaal cijfers en inzichten over de woningmarkt ontvangen? Schrijf u dan in voor ons Kwartaalbericht woningmarkt via het aanmeldformulier.
De vierkantemeterprijzen van woningen dalen licht, maar van een neerwaartse spiraal is nog geen sprake. En: de markt breekt eindelijk weer open voor starters. Dat blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van weekblad EW en het Kadaster, waarin we de vierkantemeterprijzen per wijk in kaart brachten.
5 belangrijke conclusies
De markt normaliseert: na een korte periode waarin de vierkantemeterprijzen daalden, lijkt de markt voorlopig te normaliseren. De vierkantemeterprijzen daalden in het 1e kwartaal van 2023 0,6% ten opzichte van 1 jaar eerder. Het sterkst daalden de prijzen in de 4 grote steden (-2,5%). In gemeenten buiten de 45 grootste steden stegen de prijzen zelfs nog met 1,1%.
Lokale verschillen: prijzen variëren sterk tussen wijken. Het Museumkwartier in Amsterdam was in 2022 met een vierkantemeterprijs van € 10.674 de duurste wijk in Nederland. Nieuweschans in de gemeente Oldambt met € 1.381 de goedkoopste.
In 6 wijken kwam de gemiddelde vierkante meterprijs in 2022 uit boven de € 10.000. Deze wijken vinden we allemaal terug in Amsterdam.
Starters slaan toe: kopers worden jonger, het aandeel starters wordt groter. Er zijn veel alleenstaande starters in grote steden.
Klein meer gewild: de verkoop van grote huizen neemt af ten opzichte van kleine. Oude én nieuwe appartementen zijn populairder.
Meer weten?
Bekijk alle resultaten van het onderzoek (met een betaald account) op ewmagazine.nl. Hier vindt u ook alle achtergrondartikelen en interactieve kaarten op gemeente- en wijkniveau.
Over het onderzoek
Voor huizenkopers, -verkopers en -bezitters zijn lokale huizenprijzen het meest interessant. Die zijn het best te vergelijken via de prijs per vierkante meter woonoppervlak. Daarom onderzoeken we samen met weekblad EW al sinds 2016 de vierkantemeterprijzen. Ieder jaar doen we uitgebreid onderzoek naar de transacties (woningverkopen) in alle Nederlandse wijken. Het gaat dus niet om WOZ-waarden of vraagprijzen, maar om echt betaalde bedragen.
Meer onderzoeken
Wilt u meer weten over dit onderzoek of de woningmarkt? Neem dan contact op met onderzoeker Martin Tillema via zijn contactpagina.
Meer onderzoeken van het Kadaster over de woningmarkt vindt u op de pagina Onderzoeken.
Wilt u voortaan ieder kwartaal cijfers en inzichten over de woningmarkt ontvangen? Schrijf u dan in voor ons Kwartaalbericht woningmarkt via het aanmeldformulier.
Investeerders 3e kwartaal 2025: woningbezit investeerders neemt verder af
In dit kwartaalbericht leest u de laatste stand van zaken over investeerders op de woningmarkt. U ziet welke groepen investeerders er zijn en in welke woningen zij investeren.
De 5 belangrijkste conclusies
Investeerders verkochten veel meer woningen dan ze kochten. In het 3e kwartaal verkochten ze ruim 15.800 woningen. Dat is 37% meer dan een jaar eerder. Zij kochten bijna 6.000 woningen. Dat is 40% meer dan hetzelfde kwartaal vorig jaar.
Meer dan de helft van de verkochte woningen ging naar eigenaar-bewoners. Zij profiteerden van lagere prijzen. Gemiddeld betaalden zij bijna € 130.000 minder dan bij woningen van andere eigenaar-bewoners. Dit prijsverschil wordt steeds groter.
Het aantal woningen in bezit van investeerders daalt. Aan het eind van het 3e kwartaal bezaten zij 9,1% van alle woningen. Dat was 9,3% in 2024 en 9,4% in 2023. In 2 jaar tijd daalde hun bezit met bijna 8.200 woningen. Ze bezitten nu nog ongeveer 758.300 woningen.
Vooral in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag (de G4) neemt het bezit van particuliere investeerders af. Zij bezitten daar nu nog 78.400 woningen. Dat zijn 12.500 woningen minder dan in 2023.
Er zijn ook steeds minder particulieren met een tweede woning. Er worden meer tweede woningen verkocht dan gekocht.
Investeerders verkochten meer woningen dan ze kochten
Investeerders verkochten in het 3e kwartaal van 2025 ruim 15.800 woningen. Dat is 37% meer dan in hetzelfde kwartaal vorig jaar. Eigenaar-bewoners kochten 54% van deze woningen.
Investeerders kochten dit kwartaal bijna 6.000 woningen. Dat is ruim 40% meer dan in hetzelfde kwartaal in 2024. 59% van deze woningen kochten ze van andere investeerders.
Sinds 2023 groeit het verschil tussen aankopen en verkopen door investeerders. Dat komt onder andere door strengere regels voor verhuur en belastingveranderingen.
Figuur 1: Ontwikkeling van het aantal aan- en verkopen van investeerders.
Meer woningen van investeerders naar eigenaar-bewoners
Figuur 2 en 3 tonen transacties tussen investeerders en eigenaar-bewoners waarbij 1 woning werd verkocht. Alleen zo is namelijk te zien hoeveel woningen van koop naar huur gaan of van huur naar koop.
Investeerders verkochten de laatste 4 kwartalen elk kwartaal zo’n 7.500 woningen aan eigenaar-bewoners. Zo’n 40% daarvan werd verkocht door een bedrijfsmatige investeerder. En 60% door een particuliere investeerder.
In dezelfde periode kochten investeerders per kwartaal zo’n 950 woningen van eigenaar-bewoners. Ongeveer 60% van die woningen werd gekocht door een bedrijfsmatige investeerder. En ongeveer 40% door een particuliere investeerder.
Opgeteld verkochten particuliere investeerders de afgelopen 4 kwartalen 17.000 meer woningen aan eigenaar-bewoners dan dat zij van hen kochten. Voor bedrijfsmatige investeerders was dit verschil 9.000 woningen.
Figuur 2: Ontwikkeling transacties tussen eigenaar-bewoners en particuliere en bedrijfsmatige investeerders. In dit figuur staan 2 stromen. De stroom van huur naar koop laat zien dat investeerders woningen verkopen aan mensen die er zelf in gaan wonen: huurwoningen worden koopwoningen. De stroom van koop naar huur is het omgekeerde: koopwoningen worden gekocht om te verhuren.
De woningen die eigenaar-bewoners kochten van investeerders waren goedkoper dan de woningen die ze kochten van andere eigenaar-bewoners. Dit komt onder andere doordat investeerders kleinere woningen verkochten. Of woningen met een slechter energielabel.
In het 3e kwartaal van 2025 betaalden eigenaar-bewoners gemiddeld € 384.000 voor een woning die zij kochten van een investeerder. Voor een woning verkocht door een andere eigenaar-bewoner betaalden ze gemiddeld € 511.000. Het verschil was daarmee bijna € 130.000.
Tot het 3e kwartaal van 2021 stegen de prijzen van woningen die eigenaar-bewoners en investeerders verkochten even hard. Daarna stegen de prijzen van woningen verkocht door investeerders minder snel of daalden ze sterker. Het prijsverschil werd daardoor steeds groter.
Vooral koopstarters kochten woningen van investeerders. Zij kochten ongeveer twee derde van alle woningen die investeerders verkochten aan eigenaar-bewoners.
Koopstarters betaalden gemiddeld € 349.000 voor een woning van een investeerder. Dat was duidelijk lager dan de € 423.000 die zij betaalden voor woningen van eigenaar-bewoners.
Figuur 3: Ontwikkeling gemiddelde koopsom betaald door eigenaar-bewoners op de gehele markt en voor de verkopen van investeerders.
Investeerders bezitten een steeds kleiner deel van alle woningen
Het verschil tussen aankopen en verkopen van investeerders wordt sinds 2023 steeds groter. Dat komt onder andere door strengere regels voor verhuur en veranderingen in belastingen in dat jaar. Om deze ontwikkeling goed te begrijpen, kijken we hoe de woningvoorraad sinds 2023 is veranderd.
Aan het eind van het 3e kwartaal van 2025 bezaten alle investeerders samen 9,1%a van alle woningen. In 2024 was dat 9,3% en in 2023 was dat 9,4%. In 2 jaar tijd is het aantal woningen van investeerders met bijna 8.200 gedaald. Ze bezitten nu ongeveer 758.300 woningen.
Vooral bij particuliere investeerders nam het aantal woningen af. Vergeleken met 2023 hebben zij nu ongeveer 34.500 woningen minder. Dat is ongeveer een tiende van hun bezit van 2 jaar geleden.
Ook het aantal particulieren dat investeert werd kleiner. In 2023 waren het er 67.800. Aan het eind van het 3e kwartaal van dit jaar waren het er 61.300.
Het aantal woningen in het bezit van bedrijfsmatige investeerders nam juist toe. Vergeleken met 2023 hebben zij nu ongeveer 26.300 woningen meer. Vooral grote bedrijfsmatige investeerders kregen er veel woningen bij. Het ging in totaal om 22.000 woningen. Deze groei kwam vooral door nieuwbouw.
Figuur 4: Aandeel van de woningvoorraad per 1 oktober 2023, 2024 en 2025 in bezit van investeerders.
Bron: Kadaster
Particuliere investeerders bezitten steeds minder woningen in de grote steden
In 314 van de 342 gemeenten lag het aandeel woningen in het bezit van particuliere investeerders lager dan in 2023. Vanaf dat jaar werd het verschil tussen kopen en verkopen steeds groter.
Aan het eind van het 3e kwartaal van 2025 was het aandeel woningen in bezit van particuliere investeerders het kleinst in Duiven (0,4%) en het grootst in Vaals (11,9%).
Vooral in grote steden daalde het aandeel woningen in het bezit van particuliere investeerders sterk. Toch blijft hun aandeel daar nog steeds hoog: in de G4 is het 6,0%, vergeleken met 3,5% landelijk.
Het totale aantal woningen in het bezit van particuliere investeerders daalde het sterkst in de G4. Aan het eind van het 3e kwartaal bezaten particuliere investeerders daar 78.400 woningen. Dat is 12.500 minder dan 2 jaar geleden.
Amsterdam valt het meest op binnen de G4. Het aandeel daalde daar naar 6,2%. Een jaar eerder was dat 6,8% en in 2023 nog 7,4%. Dat is ongeveer 5.000 woningen minder in 2 jaar.
Figuur 5: Verandering in het aandeel van de woningvoorraad in het bezit van particuliere investeerders tussen oktober 2023 en oktober 2025.
Een tweede woning is een woning waar de eigenaar niet zelf woont. Soms wordt deze woning verhuurd. Maar dat is niet altijd zo. Het kan ook gaan om recreatiewoningen voor eigen gebruik of een tijdelijke situatie. Bijvoorbeeld na een erfenis of als de oude woning nog niet verkocht is. Doordat tweede woningen op veel verschillende manieren worden gebruikt, weten we niet precies welk deel van deze woningen echt bedoeld is om te verhuren. Daarom tellen we ze niet mee in onze cijfers over investeerders. Wel maken we een schatting van deze markt. Lees meer op de pagina Uitleg begrippen investeerders op de woningmarkt.
Figuur 6 toont transacties tussen investeerders en eigenaar-bewoners waarbij 1 woning werd verkocht. Alleen zo is namelijk te zien hoeveel woningen van koop naar huur gaan of van huur naar koop.
In het 3e kwartaal van 2025 werden 2.200 tweede woningen die waarschijnlijk gebruikt werden als huurwoning verkocht aan eigenaar-bewoners. Minder dan 200 tweede woningen werden gekocht van eigenaar-bewoners.
Tot 2020 was de situatie omgekeerd. Toen werden meer tweede woningen gekocht als investering dan verkocht. Sinds 2020 zien we bij tweede woning-investeerders dezelfde ontwikkeling als bij andere investeerders. Ze kopen minder en verkopen meer.
De voorraad tweede woningen daalde in het 3e kwartaal naar 177.200. Een jaar eerder waren dat er nog 180.700. Uit gezamenlijk onderzoek van Kadaster en CBS weten we dat ongeveer 70% van deze woningen werd verhuurd. Lees meer over dit onderzoek op de pagina ‘Haalbaarheidsonderzoek differentiatie eigendom woningen’ van het CBS.
Figuur 6: Ontwikkeling van transacties tussen eigenaar-bewoners en eigenaren van tweede woningen. In dit figuur staan 2 stromen. De stroom van huur naar koop laat zien dat eigenaren van tweede woningen verkopen aan mensen die er zelf in gaan wonen. De stroom van koop naar huur werkt andersom: koopwoningen worden gekocht om te verhuren.
Of iemand een investeerder is, staat niet in de leveringsakte van de woning. Wij herkennen investeerders in onze registratie op basis van bepaalde kenmerken, zoals hun totale eigendom. We spreken daarom ook van een indicatie investeerder.
Meer Informatie
Contact
Wilt u meer weten over dit onderzoek of de woningmarkt? Neem dan contact op met onze woningmarktexpert. Contactgegevens vindt u op de pagina Expert woningmarkt Matthieu Zuidema.
Andere onderzoeken
Meer onderzoeken van het Kadaster vindt u op de pagina Onderzoeken.
Het Kadaster publiceert ook komende maanden weer interessante onderzoeken. Bijvoorbeeld naar ontwikkelingen op de woningmarkt of in het agrarisch grondgebied. Bekijk alle aankomende publicaties in onze Publicatieplanning.
Iedere maand publiceren wij cijfers over onder andere woningverkopen in ons Vastgoeddashboard. In dit dashboard vindt u grafieken en tabellen voor heel Nederland en per provincie. Lees meer op de pagina Vastgoeddashboard.
Kwartaalbericht Woningmarkt
Ieder kwartaal publiceren wij ook de belangrijkste cijfers en ontwikkelingen op de woningmarkt op de pagina Kwartaalberichten woningmarkt.
Wilt u het Kwartaalbericht woningmarkt per mail ontvangen? Schrijf u dan in via het aanmeldformulier.
Investeerders 2e kwartaal 2025: minder woningen voor verhuur
Welke groepen investeerders zijn er op de woningmarkt? In welke woningen investeren zij? In dit bericht leest u elk kwartaal de laatste stand van zaken en belangrijke inzichten over investeerders op de woningmarkt.
De 5 belangrijkste conclusies
Investeerders verkochten in het 2e kwartaal opnieuw meer woningen dan ze kochten. Ze verkochten bijna 16.400 woningen en kochten er ongeveer 7.800. Ook tweede woningen werden vaker verkocht dan gekocht.
Investeerders verkochten steeds meer woningen aan eigenaar-bewoners. Vooral particuliere investeerders deden dat meer dan in de afgelopen jaren.
Investeerders kochten vaker grotere woningen om te verhuren. Grotere woningen kunnen investeerders vaak nog in de vrije sector verhuren waar ze zelf de huurprijs mogen bepalen.
Investeerders verkochten steeds meer kleine woningen. De gemiddelde verkoopprijs hiervan is lager dan die van andere woningen op de markt.
Er zijn minder huurwoningen dan 1 jaar geleden. Bedrijfsmatige investeerders kochten woningen én bouwden er nieuwe bij, maar particuliere investeerders verkochten meer.
Investeerders verkochten meer woningen dan ze kochten
Investeerders verkochten bijna 16.400 woningen. Dat is ruim 42% meer dan in hetzelfde kwartaal vorig jaar. Investeerders verkochten vooral aan eigenaar-bewoners.
Investeerders kochten ongeveer 7.800 woningen. Dat is bijna 50% meer dan in hetzelfde kwartaal van 2024. Zij kochten vooral van andere investeerders (64%). Ongeveer 16% kochten zij van eigenaar-bewoners.
Sinds 2023 groeit dit verschil tussen aan- en verkopen. Dat komt onder andere door strengere regels voor verhuur en belastingveranderingen.
Figuur 1: Ontwikkeling van de trend in het aantal aan- en verkopen van investeerders.
Steeds meer woningen van investeerders naar eigenaar-bewoners
In figuur 2 tot en met figuur 6 kijken we alleen naar transacties waarbij 1 woning werd verkocht, van investeerders aan eigenaar-bewoners en andersom. Alleen op die markt zie je namelijk wat van koop naar huur gaat of van huur naar koop.
Bedrijfsmatige investeerders kochten in het 2e kwartaal ongeveer 540 woningen van eigenaar-bewoners. Tegelijk verkochten zij ongeveer 2.820 woningen aan eigenaar-bewoners. Het verschil tussen aankoop en verkoop was dus 2.280 woningen. In 2023 was dit gemiddeld nog 930 woningen per kwartaal.
Bedrijfsmatige investeerders verkochten altijd al meer aan eigenaar-bewoners dan dat zij van hen kochten. Dat komt omdat zij ook nieuwe woningen (laten) bouwen en die vervolgens verkopen.
Particuliere investeerders kochten ongeveer 620 woningen van eigenaar-bewoners. Zij verkochten ongeveer 4.530 woningen. Dit verschil tussen aankoop en verkoop van 3.910 woningen is vergelijkbaar met dat van de afgelopen kwartalen. In 2023 was dit verschil per kwartaal veel kleiner, gemiddeld 1.800 woningen.
Figuur 2. Ontwikkeling transacties tussen eigenaar-bewoners en particuliere en bedrijfsmatige investeerders. In dit figuur staan 2 stromen. De stroom van huur naar koop laat zien dat investeerders woningen verkopen aan mensen die er zelf in gaan wonen: huurwoningen worden koopwoningen. De stroom van koop naar huur is het omgekeerde: koopwoningen worden gekocht om te verhuren.
Particuliere investeerders kochten grotere woningen van eigenaar-bewoners dan enkele jaren geleden. In het 2e kwartaal was 81% 95m2 of groter. In 2019 was dit gemiddeld per kwartaal nog 42%.
Ook bedrijfsmatige investeerders kochten vaker grotere woningen: 68% van hun aankopen had een oppervlakte van 95 m2 of groter. In 2019 was dit 56%.
Investeerders kiezen onder meer voor grotere woningen vanwege de Wet betaalbare huur. Deze wet stelt grenzen aan de huur die zij mogen vragen op basis van de kenmerken van de woning. Oppervlakte speelt hier een grote rol. Grotere woningen kunnen investeerders vaak nog in de vrije sector verhuren waar ze zelf de huurprijs mogen bepalen.
Figuur 3: Aantal aankopen van investeerders gekocht van een eigenaar-bewoners naar grootte van de gekochte woning.
Investeerders verkochten in het 2e kwartaal meer kleine woningen: 71% van de woningen die particuliere investeerders verkochten aan eigenaar-bewoners was 95 m² of kleiner. In 2019 was dit gemiddeld per kwartaal nog 39%.
Ook bedrijfsmatige investeerders verkochten vaker kleine woningen: 64% van hun verkochte woningen had een oppervlakte van 95 m² of kleiner. In 2019 was dit nog 37%.
Figuur 4: Aantal verkopen van investeerders aan eigenaar-bewoners naar grootte van de verkochte woning.
De woningen die eigenaar-bewoners kochten van investeerders waren goedkoper dan de woningen die ze kochten op de gehele woningmarkt. Dit komt bijvoorbeeld doordat investeerders kleinere woningen of woningen met een minder goed energielabel verkochten.
In het 2e kwartaal van 2025 betaalden eigenaar-bewoners gemiddeld € 383.000 voor een woning die zij kochten van een investeerder. Dat was ongeveer 1% hoger dan 1 jaar geleden.
Op de hele woningmarkt betaalden eigenaar-bewoners gemiddeld € 470.000 voor een woning. Het verschil tussen wat ze betaalden aan investeerders en wat ze betaalden op de hele woningmarkt was daarmee bijna € 90.000.
Vooral koopstarters kochten woningen van investeerders. Zij kochten ongeveer twee derde van de woningen die investeerders verkochten aan eigenaar-bewoners.
Koopstarters betaalden gemiddeld € 350.000 voor een woning die zij kochten van een investeerder. Dat was lager dan de € 396.000 die zij op de hele woningmarkt betaalden.
Figuur 5: Ontwikkeling gemiddelde koopsom betaald door eigenaar-bewoners op de gehele markt en voor de verkopen van investeerders.
Bij de cijfers over investeerders spelen tweede woningen een bijzondere rol. In een tweede woning woont de eigenaar niet zelf. Dit betekent soms dat de eigenaar de woning verhuurt. Daarmee zou diegene eigenlijk ook een investeerder zijn.
Maar dit is niet altijd zo. Iemand kan ook tijdelijk een tweede woning hebben, bijvoorbeeld na een erfenis of als een eerdere woning nog even niet verkocht is. Omdat het gebruik zo verschillend is, weten we niet precies hoeveel van deze woningen echt verhuurd worden. Daarom nemen we tweede woningen dan ook niet mee in onze cijfers over investeerders. Wel kunnen we een schatting maken van deze markt. Onder de kop 'Kwartaalbericht investeerders: begrippen en uitleg' leest u hoe we dat doen.
In het 2e kwartaal zijn er naar schatting zo’n 250 tweede woningen voor de verhuur gekocht van eigenaar-bewoners. Tegelijkertijd zijn er zo’n 2.100 tweede woningen verkocht aan eigenaar-bewoners.
Tweede woningen eigenaren verkochten dus ongeveer 1.850 meer woningen aan eigenaar-bewoners dan dat zij van hen kochten. Dit verschil is groter dan in eerdere jaren en neemt nog steeds toe.
Tweede woningen volgden de trend van andere investeerders: minder aankopen en meer verkopen. De voorraad van tweede woningen nam hierdoor af.
Figuur 6: Ontwikkeling transacties tussen eigenaar-bewoners en tweede woning eigenaren. In dit figuur staan 2 stromen. De stroom van huur naar koop laat zien dat tweede woning investeerders woningen verkopen aan mensen die er zelf in gaan wonen: huurwoningen worden koopwoningen. De stroom van koop naar huur is het omgekeerde: koopwoningen worden gekocht om te verhuren.
Bedrijfsmatige investeerders bezitten meer woningen, particuliere minder
9,2% van de woningvoorraad was op 1 juli 2025 in bezit van particuliere en bedrijfsmatige investeerders. 1 jaar geleden was dit nog 9,3%. In totaal zijn er zo’n 5.000 minder woningen in bezit van investeerders dan vorig jaar.
Het bezit van particuliere investeerders nam af. Particuliere investeerders hadden 21.000 minder woningen in bezit.
Bedrijfsmatige investeerders kregen er 16.000 woningen bij. Dit komt vooral doordat ze woningen bouwden of kochten van andere investeerders en woningcorporaties.
Figuur 7: Aandeel woningvoorraad per 1 juli 2024 en 2025 in bezit van investeerders.
Kwartaalbericht investeerders: begrippen en uitleg
5 typen investeerders
Particuliere investeerder - klein: een particulier (natuurlijk persoon) die niet in de woning woont en die minstens 3 en maximaal 9 woningen bezit.
Particuliere investeerder - groot: een particulier (natuurlijk persoon) die niet in de woning woont en 10 woningen of meer bezit.
Bedrijfsmatige investeerder - klein: een niet-natuurlijk persoon die maximaal 9 woningen bezit, zoals een bedrijf. Maar die geen woningcorporatie of overheidsorganisatie is.
Bedrijfsmatige investeerder - groot: een niet-natuurlijk persoon die 10 of meer woningen bezit, zoals een bedrijf. Maar die geen woningcorporatie of overheidsorganisatie is.
Tweede woning investeerder: een particulier (natuurlijk persoon) die niet in de woning woont en maximaal 2 woningen bezit. Een deel van deze woningen wordt waarschijnlijk gebruikt voor de verhuur.
Voor het laatste halfjaar in dit bericht zijn de aantallen voor particuliere investeerders en tweedewoning-investeerders een lichte overschatting. In een deel van deze woningen zullen de eigenaren zelf gaan wonen. Dit is pas na een halfjaar goed te zien in onze data.
Tweede woningen
Om een goed onderbouwde schatting te maken van het aantal tweede woningen voor de verhuur en het aantal tijdelijke tweede woningen doorlopen we 2 stappen:
1. Wat is het koop- en verkoopgedrag van kleine particuliere investeerders?
We gaan ervan uit dat eigenaren van tweede woningen voor de verhuur hetzelfde aan- en verkoopgedrag hebben als kleine particuliere investeerders (eigenaren met 4 tot 6 woningen). Van hen weten we hoeveel procent van hun woningen ze gemiddeld per kwartaal kopen en verkopen. Dit percentage gebruiken we vervolgens om te berekenen hoeveel van de tweede woningen er normaal gesproken gekocht of verkocht zouden moeten worden. Als dan blijkt dat er meer woningen worden gekocht of verkocht dan verwacht, dan nemen we aan dat dit extra deel bestaat uit tijdelijke tweede woningen.
2. Wie woont er in de woning?
We controleren onze schatting door transactiecijfers te combineren met voorraadgegevens uit een gezamenlijk onderzoek met het CBS. Daarmee kunnen we kijken wie er in de woning woont:
Na aankoop: woont er op 1 januari na aankoop iemand anders dan de koper? Dan is de woning waarschijnlijk gekocht voor de verhuur.
Voor verkoop: woont er op 1 januari voor de verkoop iemand anders dan de verkoper? Dan werd de woning waarschijnlijk verhuurd.
Deze informatie gebruiken we alleen als controle om te zien of onze schatting klopt. De analyse is gedaan voor de periode 2021 tot en met 2024. Uit de resultaten blijkt dat bij zowel aangekochte als verkochte tweede woningen in ongeveer 50% van de gevallen op 1 januari iemand anders dan de eigenaar in de woning woonde. Dit betekent dat het waarschijnlijk huurwoningen waren. De andere helft bestond waarschijnlijk vooral uit tijdelijke situaties, zoals leegstand of gebruik door de eigenaar zelf. Wanneer we het aantal transacties van deze woningen vergelijken met onze schatting op basis van koop- en verkoopgedrag, dan zijn de resultaten zeer vergelijkbaar. Dat geeft vertrouwen in onze methode.
Over het onderzoek
Dit Kadaster Kwartaalbericht investeerders is geschreven door Lianne Hans, Niels Kuiper, Marion Plegt, Diane Stiemer en Matthieu Zuidema.
Of iemand een investeerder is, staat niet in de leveringsakte van de woning. Wij herkennen investeerders in onze registratie op basis van bepaalde kenmerken, zoals hun totale eigendom. We spreken daarom ook van een indicatie investeerder
Meer Informatie
Contact
Wilt u meer weten over dit onderzoek of de woningmarkt? Neem dan contact op met onze expert woningmarkt Matthieu Zuidema. Contactgegevens vindt u op de pagina Expert woningmarkt.
Andere onderzoeken
Meer onderzoeken van het Kadaster vindt u op de pagina Onderzoeken.
Het Kadaster publiceert ook komende maanden weer interessante onderzoeken. Bijvoorbeeld naar ontwikkelingen op de woningmarkt of in agrarisch grondgebied. Bekijk alle aankomende publicaties in onze Publicatieplanning.
Iedere maand publiceren wij cijfers over onder andere woningverkopen in ons Vastgoeddashboard. In dit dashboard vindt u grafieken en tabellen voor heel Nederland en per provincie. Ga naar het Vastgoeddashboard.
Kwartaalbericht Woningmarkt
Ieder kwartaal publiceren wij ook de belangrijkste cijfers en ontwikkelingen op de pagina Kwartaalberichten woningmarkt.
Wilt u het Kwartaalbericht woningmarkt per mail ontvangen? Schrijf u dan in via het aanmeldformulier.
Kopers betaalbare nieuwbouw komen vaker uit andere gemeente
Sinds 2024 mogen gemeenten bij betaalbare nieuwbouwwoningen voorrang geven aan kopers uit de eigen gemeente. Want steeds meer kopers komen uit een andere gemeente. Hoe vaak komt dit laatste voor?
De belangrijkste conclusies
In steeds meer gemeenten komt meer dan de helft van de kopers van betaalbare nieuwbouw uit een andere gemeente. In 2019 was dit het geval bij 23% van alle gemeenten. In 2024 was dit gestegen naar 30%.
Vooral in de Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht komen relatief veel kopers uit een andere gemeente. Deze 4 grootste gemeenten bij elkaar noemen we de G4.
Steeds meer mensen zoeken een woning buiten hun eigen gemeente
Jonge huishoudens verhuizen steeds vaker naar buiten hun eigen gemeente. Dat komt omdat ze op zoek zijn naar een betaalbare woning. En die zijn schaars. Dat betekent ook dat kopers die in hun eigen gemeente willen kopen meer concurrentie hebben van buitenaf.
Sinds 2024 mogen gemeenten eigen inwoners voorrang geven
Gemeenten willen jonge huishoudens de kans geven om in hun eigen omgeving te blijven. Daarom mogen zij sinds 2024 voorrang geven aan kopers uit de eigen woonplaats. Daar zitten wel voorwaarden aan.
Het gaat om nieuwbouwwoningen die niet meer kosten dan de betaalbaarheidsgrens. De overheid stelt elk jaar een grens vast voor wat zij een betaalbare woning vindt. In 2025 is die € 405.000.
De gemeente mag bij maximaal 50% van de nieuwbouwwoningen onder de betaalbaarheidsgrens voorrang geven aan kopers uit de eigen gemeente.
Steeds minder nieuwbouwtransacties onder betaalbaarheidsgrens
Tussen 2019 en 2024 nam het aantal transacties van nieuwbouwwoningen onder de betaalbaarheidsgrens af. In 2019 waren het er ongeveer 11.000, in 2024 nog maar ongeveer 7.000.
Het aandeel betaalbare koopwoningen binnen alle nieuwbouw van koopwoningen is gedaald van 30% in 2019 tot 25% in 2024.
Steeds meer kopers van buiten eigen gemeente
Tussen 2019 en 2024 kwamen gemiddeld steeds meer kopers van betaalbare nieuwbouwwoningen van buiten de eigen gemeente. In 2019 was dit nog 16%, in 2024 steeg dit naar 21%. Doordat betaalbare woningen steeds moeilijker zijn te vinden, zijn huishoudens meer bereid om te verhuizen naar buiten hun regio.
Op steeds meer plekken komt meer dan helft kopers van buiten
Er zijn steeds meer gemeenten waar meer dan de helft van de kopers van betaalbare nieuwbouwwoningen uit een andere gemeente komt. Dit percentage nam toe van 23% in 2019 naar 30% in 2024.
Vooral in de G4 komen de meeste kopers van buiten de regio. De grote steden trekken vooral jonge huishoudens aan.
In kleinere gemeenten komen de kopers vooral uit de eigen gemeente of aangrenzende gemeente.
Wij hebben uit onze data de transacties geselecteerd van nieuwbouwkoopwoningen die tussen 2019 tot en met 2024 zijn opgeleverd. We hebben bij bijna alle koopwoningen een transactie gevonden, zo’n 94%. Een nieuwbouwwoning wordt vaak 1 tot 2 jaar voor de oplevering verkocht. Daarom gaat het in dit onderzoek om transacties in de periode van 2018 tot en met 2023.
We rekenden met de betaalbaarheidsgrens die gold op het moment van de transactie. In de periode van 2019 tot en met 2024 is deze grens verhoogd van € 245.000 naar € 390.000.
Om te bepalen welke nieuwbouwwoningen beneden de betaalbaarheidsgrens vallen, heb je de verkoopprijs nodig. Wij registreren de verkoopprijs van nieuwbouwwoningen niet. Meestal staat in de akte alleen de koopsom van de bouwgrond. Daar komen in elk geval nog de bouwkosten bij. Om toch een inschatting te geven van de verkoopprijs, hebben we deze afgeleid uit de gegevens van alle transacties van bestaande koopwoningen in Nederland in dezelfde periode. De rekenmethode die we gebruikten heet in de statistiek ‘hedo¬nisch prijsmodel’. We gebruikten de volgende gegevens: perceelgrootte, woon¬oppervlakte, woningtype, bouwjaar, transactiejaar en de gemeente.
Wij hebben bij de rekenmethode geen zicht op het percentage betaalbare koopwoningen dat door lokale overheden wordt afgestemd met woningbouwers of ontwikkelaars. Zij kunnen woningen namelijk onder de marktwaarde verkopen om zo aan het vereiste percentage betaalbare koopwoningen te voldoen.
Om onze methode te toetsen hebben we onze verkoopprijzen vergeleken met de verkoopprijzen die het CBS elk kwartaal via een steekproef ophaalt bij aanbieders van nieuwbouwwoningen, bijna allemaal marktpartijen. De cijfers bleken bijna gelijk.
Meer informatie
Dit onderzoek is uitgevoerd door Hans Wisman, onderzoeker bij het Kadaster, en Sara Bugera, adviseur bij Republiq.
Meer onderzoeken van het Kadaster over de woningmarkt vindt u op de pagina Onderzoeken.
Het Kadaster publiceert ook de komende maanden weer interessante onderzoeken. Bijvoorbeeld naar ontwikkelingen op de woningmarkt of in agrarisch grondgebied. Bekijk alle aankomende publicaties in onze Publicatieplanning.
Wilt u overzicht van al onze producten die te maken hebben met gegevens over vastgoed? Ga dan naar de pagina Vastgoed.
Iedere maand publiceren wij cijfers over onder andere woningverkopen in ons Vastgoeddashboard. In dit dashboard vindt u grafieken en tabellen voor heel Nederland en per provincie. Ga naar het Vastgoeddashboard.
Woningmarkt 3e kwartaal 2025: lagere prijs door investeerdersverkopen
In het 3e kwartaal van 2025 werden bijna 62.600 woningen verkocht. Dat was het hoogste aantal sinds de coronaperiode. Vooral het aantal verkochte appartementen steeg verder. Een appartement was gemiddeld € 85.000 goedkoper dan een hoek- of tussenwoning. 5 jaar geleden was er nauwelijks een verschil. In nog maar 4 gemeenten lag de gemiddelde woningprijs onder de € 300.000.
16% meer woningen verkocht dan vorig jaar
In het 3e kwartaal registreerde het Kadaster bijna 62.600 woningtransacties.
Dat was bijna 16% meer dan in hetzelfde kwartaal vorig jaar.
Sinds begin 2024 steeg het aantal transacties.
Vergeleken met eerdere kwartalen lag het aantal transacties hoog. Alleen in de coronaperiode, tussen eind 2020 en begin 2021, waren er meer verkopen.
De stijging kwam vooral doordat investeerders veel woningen verkochten.
Figuur 1: Ontwikkeling van het aantal woningtransacties en de trend. De trend laat het gemiddelde zien van de laatste 4 kwartalen. Bron: Kadaster Open document figuur 1
Vooral meer appartementen verkocht
Het aantal verkochte appartementen steeg sterk: 24% ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar. Dit komt doordat investeerders vaker hun woningen verkochten. Zij bezitten vooral appartementen. Van alle woningen die in het 3e kwartaal werden verkocht was 35% een appartement. Ter vergelijking: in het 3e kwartaal van 2020 was dit 25%.
In de 4 grote steden (G4) werden vooral appartementen verkocht. In de rest van Nederland waren het juist vaker hoek- en tussenwoningen. Het aandeel verkochte appartementen was in alle regio’s veel hoger dan het aandeel appartementen in de woningvoorraad.
In alle regio’s steeg het aantal verkopen sinds begin 2024. Dit geldt voor alle woningtypen.
Figuur 2: Trend van het aantal woningtransacties naar regio en woningtype. De trend laat het gemiddelde zien van de laatste 4 kwartalen. Bron: Kadaster Open document figuur 2
Prijs van appartementen minst gestegen
In het 3e kwartaal van 2025 lag de gemiddelde prijs van appartementen nog geen 2% hoger dan 1 jaar eerder en ook 2% hoger dan vorig kwartaal.
De prijsstijging van andere woningtypen was groter: gemiddeld ongeveer 8% hoger dan 1 jaar eerder en ongeveer 3% hoger dan vorig kwartaal.
Een appartement was in het 3e kwartaal van 2025 ruim € 85.000 goedkoper dan een hoek- of tussenwoning. In 2020 lag de gemiddelde prijs van een appartement maar net onder die van een hoek- of tussenwoning.
Investeerders verkochten veel goedkope woningen. Dat zijn vooral appartementen. Dat zorgt ervoor dat de gemiddelde prijs minder hard stijgt.
Als investeerders weer minder gaan verkopen, stijgt de gemiddelde woningprijs harder.
Figuur 3: Ontwikkeling van de gemiddelde woningprijs per woningtype vanaf 2020. Bron: Kadaster Open document figuur 3
Investeerdersverkopen zorgden voor lagere woningprijs
De gemiddelde woningprijs in Nederland was in het 3e kwartaal van 2025 € 487.000.
Als je de verkopen van investeerders niet meerekent, zou de gemiddelde woningprijs ruim 5% hoger liggen.
Het verschil tussen de gemiddelde prijs met en zonder investeerdersverkopen liep vanaf de 2e helft van 2023 op. Vanaf toen werd woningverhuur minder aantrekkelijk.
In 2025 is dat verschil het grootst in de G4: ruim € 35.000. In de 40 grootste steden (daarna G40) en buiten de grote steden is het verschil kleiner, maar ook daar steeg het verschil in gemiddelde prijs.
Figuur 4: Ontwikkeling van de gemiddelde woningprijs inclusief en exclusief investeerdersverkopen vanaf 2020 tot en met het 2e kwartaal van 2025. Bron: Kadaster Open document figuur 4
Stijging gemiddelde woningprijs zette door
Er waren nog maar 4 gemeenten met een gemiddelde woningprijs onder de € 300.000: Kerkrade, Brunssum, Heerlen, Pekela.
In 277 gemeenten lag de gemiddelde woningprijs in het 3e kwartaal van 2025 hoger dan 1 jaar geleden.
Vergeleken met vorig kwartaal steeg de prijs in 222 gemeenten.
In 78 gemeenten lag de gemiddelde woningprijs boven de € 550.000. 1 jaar geleden waren dat nog 56 gemeenten.
Figuur 5: Gemiddelde woningprijs van verkochte woningen in het 3e kwartaal van 2025 naar prijsklasse per gemeente. Bron: Kadaster Open document figuur 5
Dit Kwartaalbericht woningmarkt is geschreven door Jorian Lamberink, Diane Stiemer en Joost Zuidberg.
Maandelijks publiceren we samen met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) informatie over de woningmarkt, gebaseerd op de woningprijsindex. De woningprijsindex corrigeert voor toevalligheden in de transacties, zoals woningtype en regio. In deze publicatie kijken we alleen naar de gemiddelde prijs.
Het Kadaster publiceert het aantal transacties en de woningprijs op basis van de eigendomsoverdrachten bij de notaris. De Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) publiceert op basis van de koopcontracten. Uit een eerder onderzoek blijkt dat hier gemiddeld zo’n 2 maanden tussen zit. U leest het onderzoek Woningverkoper heeft ruim half jaar nodig tot overdracht op brainbay.nl.
Als we het in deze publicatie hebben over verkochte woningen bedoelen we de eigendomsoverdracht van bestaande koopwoningen.
Meer Informatie
Contact
Wilt u meer weten over dit onderzoek of de woningmarkt? Neem dan contact op met onze expert woningmarkt. Contactgegevens vindt u op de pagina expert woningmarkt.
Meer onderzoeken van het Kadaster over de woningmarkt vindt u op de pagina Onderzoeken.
Het Kadaster publiceert ook komende maanden weer interessante onderzoeken. Bijvoorbeeld naar ontwikkelingen op de woningmarkt of in agrarisch grondgebied. Bekijk alle aankomende publicaties in onze Publicatieplanning.
Wilt u overzicht van al onze producten die te maken hebben met gegevens over vastgoed? Ga dan naar Vastgoedinformatie.
Iedere maand publiceren wij cijfers over onder andere woningverkopen in ons Vastgoed Dashboard. In dit dashboard vindt u grafieken en tabellen voor heel Nederland en per provincie. Ga naar het Vastgoeddashboard.
Koopwoningen in oktober bijna 7% duurder dan jaar eerder
In oktober 2025 waren de prijzen van bestaande koopwoningen gemiddeld 6,6% hoger dan een jaar eerder. Voor de zevende maand op rij vlakt de prijsstijging af. Ten opzichte van september 2025 stegen de prijzen gemiddeld met 0,5%. De prijsontwikkelingen in dit bericht zijn gebaseerd op de prijsindex van bestaande particuliere koopwoningen in Nederland van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Kadaster.
Ten opzichte van september stijgen prijzen koopwoningen met 0,5%
Ten opzichte van september 2025 stegen de prijzen van bestaande koopwoningen in oktober 2025 met 0,5%. De prijzen van bestaande koopwoningen bereikten in juli 2022 een piek. Daarna sloeg de trend om en daalde de prijsindex enige tijd. Sinds juni 2023 is de trend echter weer stijgend. In oktober lagen de prijzen gemiddeld 14,5% hoger dan bij de vorige piek in juli 2022.
Meer transacties bestaande koopwoningen in oktober
Wij maakte bekend dat het in oktober 21 849 woningtransacties registreerde. Dat is 20,5% meer dan een jaar eerder. In de eerste tien maanden van 2025 zijn 193.317 woningen verkocht, ruim 17% meer dan een jaar eerder. In oktober was de gemiddelde transactieprijs voor een bestaande koopwoning € 498.996. Voor het bepalen van prijsontwikkelingen van bestaande koopwoningen wordt niet de transactieprijs, maar de prijsindex gebruikt. Bij de berekening van de prijsindex wordt rekening gehouden met kwaliteitsverschillen tussen koopwoningen. In de gemiddelde transactieprijs zit geen kwaliteitscorrectie.
Meer cijfers in Vastgoeddashboard
Iedere maand publiceren we cijfers over onder andere woningverkopen in ons Vastgoeddashboard. In dit dashboard vindt u grafieken en tabellen voor heel Nederland en per provincie.
Wilt u het Kwartaalbericht woningmarkt per mail ontvangen? Schrijf u dan in via het aanmeldformulier.
Publicatieplanning
We publiceren ook komende maanden weer interessante onderzoeken. Bijvoorbeeld naar ontwikkelingen op de woningmarkt of in agrarisch grondgebied. Bekijk alle aankomende publicaties in onze Publicatieplanning.
Samen verbeteren en vernieuwen: het overleg met de NSL’s
Hoe kunnen we de samenwerking tussen het Kadaster en het notariaat nog beter maken? Daarover zijn we natuurlijk doorlopend in overleg met de leveranciers van notariële software (NSL’s). Extra waardevol om dan ook echt bij elkaar te komen.
Overleggen over KIK
Op donderdag 2 oktober kwamen de leveranciers van notariële software langs bij ons kantoor in Apeldoorn. Samen namen we de ontwikkelingen voor het notariaat door. Bijvoorbeeld over KIK. We bespraken:
hoe we omgaan met nieuwe KIK-hypotheekmodellen van Stater
genderneutrale KIK-akten
de verklaring van erfrecht via KIK
Natuurlijk kwamen ook de gebruikelijke onderwerpen aan bod. Hoe NSL’s bijvoorbeeld Attenderingen van Niet-Inschrijving (ANI’s) en Verzoeken tot Verbetering (VTV’s) kunnen helpen voorkomen.
De diepte in op AI en 3D
En dan gingen we nog op 2 onderwerpen dieper in.
We lieten zien hoe we kunstmatige intelligentie (AI) toepassen bij de ondersteuning van het vertoetsen van stukken. En hoe we dat in de toekomst willen doen. Daarbij bespraken we ook hoe belangrijk de essentialia-bestanden zijn die notarissen via de software mee kunnen leveren. De NSL’s kunnen hierin een grote rol spelen.
En we hadden het over BIM Legal: een nieuwe manier om splitsingstekeningen te maken op basis van 3D-bouwinformatie. Inmiddels wordt deze werkwijze door notariskantoren en splitsingstekenaars getest. In de toekomst kunnen NSL’s mogelijk een rol spelen bij het beheren en doorontwikkelen van deze toepassing.
Het was een heel nuttige middag met goed overleg tussen de NSL’s en het Kadaster.
Als notaris hebt u regelmatig te maken met onze bewaarders. Bijvoorbeeld met Benedict van Dam (53), die sinds 2005 bij het Kadaster werkt. Hij vertelt wat zijn werk inhoudt, waarom de rol van bewaarder zo belangrijk is en wat hem persoonlijk drijft.
Poortwachter van de openbare registers
“Vorig jaar kregen we 847.800 stukken ter inschrijving aangeboden. Sommige jaren is dat nog wel meer. Die controleren we allemaal voordat we ze verwerken in de Basisregistratie Kadaster (BRK). In die zin hebben wij als bewaarders een poortwachtersfunctie. Vaak gaat het soepel, maar soms roept een akte vragen op. Daarvoor zitten we dan klaar bij de bewaarderstelefoon. We zijn niet alleen een vraagbaak voor notarissen, maar ook voor collega’s die de akten in opdracht van ons beoordelen en verwerken. Vorig jaar beantwoordden we via deze lijn zo'n 14.000 vragen.”
Kwaliteit en snelheid
“De wet zegt dat wij ‘terstond’ moeten beslissen over inschrijving van het stuk in de openbare registers. In onze kwaliteitsstandaard staat dat stukken die voor 15.00 uur ’s middags worden aangeboden, uiterlijk de volgende werkdag in de BRK aangetekend moeten zijn. Soepel en snel, dat is ons motto. En altijd binnen de kaders van de wet.”
Specialisatie in schepen en luchtvaartuigen
“Ik ben binnen het team van bewaarders ook medeverantwoordelijk voor de registratieprocessen van schepen, luchtvaartuigen en van netwerken. Bij schepen spelen grote belangen: een schip heeft vaak een grote economische waarde. Dan moet de eigendomsregistratie foutloos en soepel verlopen.”
De vastgoedketen zo goed mogelijk helpen
“Mijn drijfveer is dat de vastgoedketen zo goed mogelijk geholpen wordt: notarissen, juristen, makelaars, kopers en verkopers. Ik wil dat zij kunnen vertrouwen op onze producten en diensten. Dat betekent niet alleen stukken inschrijven, maar ook uitleggen hoe het proces werkt en waarom dat zo is. Zo blijft het voor iedereen transparant.”
En buiten het werk?
“Buiten mijn werk ben ik een enthousiaste kok. Elk weekend probeer ik iets lekkers op tafel te zetten. Daarnaast volg ik het nieuws op de voet. Dat houdt me scherp en nieuwsgierig. Het koken geeft ontspanning, het nieuws voedt mijn interesse in de wereld.”
Meer informatie
Het team van de bewaarderstelefoon zit iedere werkdag tussen 9.00 en 17.00 uur klaar om te helpen bij complexe juridische vraagstukken. Meer informatie daarover leest u op de pagina Bewaarderstelefoon.
Vanaf 1 januari 2026 verhogen wij onze tarieven. Het gaat om een stijging van 3,5% in verband met de inflatie. Maar sommige producten en diensten blijven ook gelijk in prijs of worden zelfs iets goedkoper.
De belangrijkste aanpassingen
Voor de meeste tarieven geldt een inflatiecorrectie van 3,5%. Hierop zijn een paar uitzonderingen:
De tarieven voor inschrijving van akten en hypotheekstukken en inzage in de openbare registers en de Basisregistratie Kadaster blijven gelijk.
Het tarief voor kabel- en leidinginformatie (KLIC) wordt verlaagd van € 11,- naar € 10,50 per melding.
Het tarief voor een aanvraag in de erfdienstbaarhedenviewer stijgt van €23,50 naar €26,50.
Tarieven zo laag mogelijk maar wel kostendekkend
Wij houden onze tarieven zo laag mogelijk. Maar we moeten wel onze eigen kosten kunnen dekken. Ook komend jaar stijgen onze kosten, bijvoorbeeld door inflatie. Onze tarieven volgen daarbij de algemene ontwikkeling van lonen en prijzen. De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft onze tarieven voor 2026 goedgekeurd.
Meer informatie
Een overzicht onze nieuwe tarieven ziet u in de pdf Tarieven 2026.
10 jaar Topotijdreis: ‘Het landschap vertelt zijn verhaal’
Topotijdreis.nl bestaat 10 jaar! Daarom vragen we bezoekers waar zij de website voor gebruiken. Edwin Rittersma bekijkt Topotijdreis bijna dagelijks. Voor zijn werk en gewoon thuis op de bank. Het helpt hem het verhaal van het Noord-Groningse landschap beter te begrijpen.
Een landschap vol verhalen
Edwin Rittersma is adviseur fysieke leefomgeving bij Waterschap Noorderzijlvest. Hij adviseert over ruimtelijke ontwikkelingen in Noord-Groningen en een deel van Drenthe. Hij spotte Topotijdreis 10 jaar geleden op LinkedIn en zag er onmiddellijk de waarde van in. “De kracht zit ‘m in de eenvoud”, zegt hij.
Het verleden in beeld
Rittersma is een geboren Groninger. “Ik heb iets met dit landschap en het ontstaan ervan: de dynamiek van de zee, de invloed van het water. Ik vraag me vaak af: waarom ligt daar een oude dijk? Waarom kronkelt die waterloop? Dan pak ik ’s avonds op de bank mijn telefoon erbij om te kijken op Topotijdreis hoe die specifieke locatie er vroeger uitzag.”
Een gouden combinatie
In zijn werk combineert hij Topotijdreis met een hoogtekaart en een kaart met daarop de waterstaatkundige gegevens. “Die drie dingen samen geven mij een heel mooi beeld. Hoe liepen vroeger de waterstructuren en wegen? Eerder pakte ik er dan een oude topografische atlas bij, maar Topotijdreis is natuurlijk veel dynamischer. Het laat je namelijk ook het jongste deel van de geschiedenis zien. Dat maakt mijn adviezen beter.”
Oud en nieuw in het landschap
Rittersma woont in Bedum en fietst iedere dag langs het Boterdiep naar zijn werk in Groningen. “Langs mijn route staat een gemaal van ons waterschap en een windmolen. Dat was vroeger het gemaal. Die molen is verplaatst voor de aanleg van de Eemshavenweg. Op de plek waar die eerst stond, is het water nog altijd iets breder. Op Topotijdreis zie je waar die ooit stond. En dat het gebied toen anders werkte. Dat maakt deze plek voor mij zo bijzonder, oud en nieuw naast elkaar.”
Topotijdreis bestaat 10 jaar! Om dat te vieren hebben we nieuwe historische kaarten toegevoegd en de website verbeterd. Ontdek hoe Nederland door de eeuwen heen is veranderd met kaarten en luchtfoto’s.
Er zijn 2 historische kaarten toegevoegd aan Topotijdreis:
De Tranchotkaart. Deze zeldzame topografische kaart laat het gebied tussen de Maas en de Rijn heel gedetailleerd zien. U vindt deze kaart op schaal 1:25.000 in Topotijdreis van 1815 tot 1849.
De Nettekeningen. Deze met de hand getekende kaarten vormden de basis voor de Topografische Militaire Kaart. Ze geven een uniek beeld van Nederland in de 19e eeuw. U kunt deze kaarten op schaal 1:50.000 bekijken in Topotijdreis of bestellen via de pagina Nettekeningen 1830-1850.
Correcte kaarten en toegankelijk voor iedereen
Oplettende gebruikers hebben een aantal fouten in het kaartbeeld gemeld. Daar zijn wij erg blij mee, want die fouten hebben we nu kunnen herstellen. Daarnaast hebben we een toegankelijkheidsonderzoek laten uitvoeren. We hebben hierdoor wat verbeteringen aan de website kunnen doen. Nu is Topotijdreis voor iedereen beter toegankelijk.
Een kleine verandering
Gebruikt u de kaartlaag Historische topografische data 1830–1849 in uw eigen kaart of applicatie? Dan verandert er iets. Omdat de Nettekeningen vanaf 1836 zijn toegevoegd, is de eerdere kaartlaag die liep van 1830-1849 opgesplitst in twee nieuwe lagen: 1830–1835 en 1836–1849. De oude laag Historische topografische data 1830–1849 vervalt op 1 december 2025.
Meer informatie
Reis zelf door de tijd op de website van Topotijdreis.
Wilt u op de hoogte blijven van nieuwe kaarten en ontwikkelingen? Wordt lid van de LinkedIn-groep van Topotijdreis.nl.
Inzicht in isolatiewaarde woningen door databundeling
Om als gemeente de woningvoorraad te verduurzamen is inzicht nodig. Samen met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) startten wij een pilot in de gemeente Apeldoorn. En onderzochten we de isolatiewaarden van woningen per wijk of buurt.
Achtergrond van de pilot
Hoe goed woningen geïsoleerd zijn, kan enorm verschillen. Het hangt bijvoorbeeld af van de bouwperiode. En of er al voor een deel verduurzaamd is. Voor gemeenten is het handig om te weten hoe het in het algemeen met de isolatiewaarden van woningen staat. Daar kunnen ze beleid op maken. Daarom zijn we deze pilot gestart. Wat levert dat precies op voor gemeenten?
Inzicht door databundeling
Björn Driessen is adviseur energietransitie gebouwde omgeving. Hij was vanuit RVO betrokken bij de pilot. “Door data van RVO en het Kadaster aan elkaar te koppelen krijg je meer inzicht in de kenmerken van een woning. Deze informatie kan voor gemeenten een aanleiding zijn om in gesprek te gaan met bewoners van matig of slecht geïsoleerde woningen. Of met woningcorporaties om verduurzaming efficiënter aan te pakken. Voor bijvoorbeeld een warmtenet is het belangrijk dat woningen wel voldoende geïsoleerd zijn.”
Data verzamelen en combineren
Verduurzaming begint met inzicht, zegt ook zijn collega Monique Lacroix. En meer data betekent meer inzicht. “Het Kadaster selecteerde voor dit onderzoek alle 75.000 woningen in de gemeente Apeldoorn en deelden deze met RVO. RVO koppelde hieraan de verschillende isolatiewaarden voor gevels, vloeren, daken, ramen en deuren. Of de beschrijving van het isolatieniveau van ramen, muren, daken en vloeren. Daarbij hielden we ook rekening met het jaar waarin het label was uitgegeven.”
Goed, redelijk of slecht geïsoleerd
Björn: “Daarna vulden wij het bestand aan met het type eigenaar en maakten we de verschillende isolatiekenmerken vergelijkbaar. Op basis van bouwjaar en isolatiewaarde of beschrijving maakten we variabelen voor gevel, dak, vloer, glas leefruimte en glas slaapruimte. Daarna deelden we ze in naar ‘goed’, ‘redelijk’ en ‘slecht’ geïsoleerd. Dit konden we voor 66% van de woningen invullen.”
Apeldoornse gevels, daken en vloeren vaak slecht geïsoleerd
De 1e resultaten laten zien dat de woningen in Apeldoorn ‘slecht’ scoren op de isolatie van gevel, dak of vloeren en ‘goed’ of ‘redelijk’ op raamisolatie. Marion Plegt is onderzoeker bij het Kadaster en vertelt hier meer over: “63% van de woningen in Apeldoorn heeft een energielabel. Dat is net zoveel als het landelijk gemiddelde. Dat zijn woningen van particuliere eigenaren, woningcorporaties en bedrijfsmatige of particuliere verhuurders. De woningen die ‘goed’ scoren zijn vooral nieuwe woningen of woningen waarbij is geïnvesteerd in na-isolatie.”
Resultaten zijn niet zwart-wit
Het komt vaak voor dat een woning op delen goed of redelijk scoort en op andere delen slecht, zegt Marion: “Er zijn veel van zulke combinaties te maken. In Apeldoorn vinden we er ruim 300. Alleen op basis van 5 ‘goede’ of 5 ‘slechte’ kenmerken kijken is natuurlijk een versimpeling. Er zijn veel nuances mogelijk. Ongeveer 3% van de woningen met een energielabel scoort slecht op alle kenmerken. Daarvan blijken de meeste woningen in bezit te zijn van woningcorporaties. Ongeveer 3% van de woningen met een energielabel scoort slecht op alle kenmerken. Dat zijn rond de 2500 woningen. Daarvan blijken de meeste in bezit te zijn van woningcorporaties. Daar staat tegenover dat er 700 woningen op alle kenmerken goed scoorden.”
Gerichte vragen voor gerichte antwoorden
De dataset maakt het mogelijk om gericht vragen te stellen. Bijvoorbeeld: in welke wijk staan de meeste woningen zonder vloerisolatie en wie zijn daarvan de eigenaren? Marion: “Die vinden we in Zuidoost. 3.550 woningen daar hebben een slecht geïsoleerde vloer. Dat is ongeveer 53% van alle woningen daar met een energielabel.”. Naast RVO en Gemeente Apeldoorn bespraken we de uitkomsten ook met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Centraal Bureau voor de Statistiek. “Deze dataset is nu voor heel Nederland beschikbaar.”
Meer informatie
Deze onderzoekspilot komt voor uit het samenwerkingsverband Verbetering Informatievoorziening Energietransitie (VIVET) waar zowel RVO als Kadaster aan deelnemen.
10 jaar Topotijdreis: ‘Die kaarten bieden houvast’
Zomaar op reis door 200 jaar topografische geschiedenis. Al 10 jaar lang bewijst Topotijdreis.nl dat dat niet alleen leuk, maar ook heel nuttig is. Bijvoorbeeld voor agrarisch makelaar Peter Jan de Jong: “Ik gebruik de kaarten om verrassingen te voorkomen.”
Op onderzoek in de geschiedenis
Wie een stuk grond koopt of een bedrijf overneemt, wil wel graag weten waar die voor betaalt. Hoe zag de grond er vroeger uit? En wat is er in de tussentijd veranderd? Dat kan best een puzzel zijn. Eentje waar Topotijdreis.nl bij kan helpen, zegt Peter Jan de Jong. Hij is agrarisch makelaar en onteigeningsexpert bij De Koning & Witzier Makelaars in Waarder.
Steun en toeverlaat van grondeigenaren
De Jong helpt grondeigenaren bij de verkoop van hun boerderijen, landbouwgrond en productierechten. “Ik ben een sparringpartner en steunpilaar voor agrarische ondernemers. Bijvoorbeeld bij bedrijfsovernames, taxaties of pachtzaken. Maar ik sta grondeigenaren ook bij in gesprekken met de overheid, als die bijvoorbeeld grond wil kopen voor de verbreding van een snelweg.”
Houvast door Topotijdreis
Soms gaat een stuk grond van generatie op generatie over en weet niemand meer wat de geschiedenis precies is. Vooral bij slootdempingen is Topotijdreis volgens De Jong een uitstekend hulpmiddel. “Op kaarten uit de jaren ’50 zie je vaak nog een sloot lopen die er nu niet meer is. Dan vraag je je af: Waarmee is die opgevuld? Alleen met grond, of ook met ander materiaal? Bijvoorbeeld in de omgeving van Rotterdam. Daar zijn na de oorlog veel sloten volgestort met grond en puin. Dat kan vervuilende stoffen zoals asbest of loodhoudende stenen bevatten. Topotijdreis geeft dan houvast voor de plekken waar je zoeken moet”
Terug in de tijd
De Jong gebruikt de kaarten om verrassingen te voorkomen. Soms digitaal, maar soms ook op de ouderwetse manier. Dan print hij de schermafbeeldingen en legt ze tegen het raam om lijnen te vergelijken. “Op luchtfoto’s en topografische kaarten kan ik terug in de tijd om te zien wat er verdwenen of bijgekomen is. Een sloot, een put, een schuur: in de jaren ’40 of ’50 nog aanwezig, maar in 2025 nergens meer te bekennen.” Zo kan hij verdwenen sloten opsporen, bouwjaren achterhalen en verdachte plekken aanwijzen. “Alles komt vroeg of laat boven,” zegt hij. “Dan kun je het maar beter vooraf geregeld hebben”.