Aanleveren stukken tijdens de feestdagen 2024

Op de volgende feestdagen zijn we gesloten:

  • Maandag 1 april 2024 (2e Paasdag)
  • Donderdag 9 mei 2024 (Hemelvaartsdag)
  • Maandag 20 mei 2024 (2e Pinksterdag)
  • Woensdag 25 december 2024 (1e Kerstdag)
  • Donderdag 26 december 2024 (2e Kerstdag)

U kunt tijdens deze feestdagen geen stukken op papier aanleveren. Ook telefonisch contact opnemen met medewerkers van het Kadaster is dan niet mogelijk.

Digitaal

Tijdens deze feestdagen kunt u wel digitaal stukken aanleveren. Wij verwerken die stukken op de eerstvolgende werkdag.

Meer over onze producten

Wilt u meer weten over onze producten en het bestellen hiervan? Meer de informatie vindt u via pagina Producten

Geluidsimpact nu te berekenen met 3D-Geluidbestand

Een nieuwe weg, treinverkeer of industrie: geluid heeft effect op de leefomgeving. Overheden beoordelen of de geluidsbelasting op bijvoorbeeld een woonwijk binnen wettelijke limieten valt. Daarvoor simuleren ze geluidsniveaus. Eerder ontwikkelden onderzoekbureaus hiervoor afzonderlijk digitale 3D-omgevingsmodellen, nu is er een uniform, landelijk 3D-Geluidbestand. 3 betrokken partijen vertellen over de totstandkoming. Ook leest u hoe DCMR Milieudienst het bestand testte en gaat toepassen.

Specifieke geluidsbron meten is lastig

Het meten van het geluidsniveau van een specifieke geluidsbron is lastig. Wanneer je bijvoorbeeld het geluidsniveau van een snelweg meet, weet je niet precies hoeveel andere omgevingsgeluiden je ook meet. Daarnaast kun je de effecten van toekomstige situaties niet meten, zoals varianten van een spoortracé of het plaatsen van een geluidscherm.

Geluidstudies maken daarom gebruik van simulaties. Ze berekenen de geluidsbelasting op basis van informatie over de 3D-ligging van de geluidbron én de 3D-ligging van het terrein inclusief omgevingsobjecten. Daarvoor is een 3D-omgevingsmodel nodig.

Van versnipperde methoden naar 1 bronbestand

Rijkwaterstaat (RWS) nam begin 2017 het initiatief om met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Interprovinciaal Overleg (IPO), Technische Universiteit (TU) Delft en Kadaster zo’n 3D-omgevingsmodel te ontwikkelen op basis van bestaande data. Dit model vervangt alle versnipperde geluidbestanden.

Rol van RIVM, TU Delft en het Kadaster

Het RIVM bewaakte -als beheerder van de berekeningsmethode- het belang van de volksgezondheid. TU Delft ontwikkelde de algoritmen voor de geautomatiseerde berekeningen. Toen de methode in 2020 goed genoeg was, zorgde het Kadaster voor een landsdekkend product en het beheer.

Aandachtspunten bij ontwikkeling

Rob van Loon – wetenschappelijk medewerker (RIVM): “We wilden ervoor zorgen dat geluidsonderzoeken uniform opgezet worden op basis van actuele data; daarmee gaat de kwaliteit omhoog. Daarnaast wilden we werk besparen voor adviesbureaus die geluidsmodellen moeten opzetten. Met dit bestand kunnen zij mooi een vliegende start maken.”

Jantien Stoter – hoogleraar 3D geo-informatie (TU Delft): “Onze ambitie is om slimme dingen te doen met data. En zo innovaties te realiseren die ook daadwerkelijk in de praktijk werken. Een eerste vraag was: kunnen we zo’n 3D-geluidsmodel automatisch genereren op basis van bestaande databronnen? Dan ben je meteen efficiënt en uniform bezig; iedereen werkt met dezelfde data en de uitkomsten zijn hetzelfde. We hebben hiervoor gebruik gemaakt van de bronbestanden Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN), Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT).”  

Iris Reimerink – senior GIS Specialist / projectleider (Kadaster): “Voor ons staan kwaliteit en continuïteit van de data en het beheersysteem voorop. Uiteindelijk moeten alle losse stukjes opgeschaald worden tot een landsdekkend product waar gebruikers ook echt wat mee kunnen. We hebben ervaring met het beheren en het afstemmen van bronregistraties. Zonder bijvoorbeeld de 3D Basisvoorziening had 3D Geluid niet zo makkelijk gerealiseerd kunnen worden. En aangezien in beide bestanden gebouwdata zitten, voeden en verbeteren de bestanden elkaar ook nog eens.”

Voornaamste technische uitdagingen

Van Loon (RIVM): “Welke details uit bronbestanden neem je nog mee in je berekeningen? Geluidsexperts hebben namelijk niet alle details nodig. Meer details maken computerberekeningen zwaarder, maar de uitkomsten ervan niet per se betrouwbaarder. Bijvoorbeeld: vanuit de 3D-dataset van het Kadaster kun je woningen mooi modelleren inclusief schuine daken. Maar voor geluid zijn die niet relevant, geluidsimulaties gaan uit van blokkendozen. Daarbij richten we ons niet op elke centimeter aan hoogteverschil, maar concentreren we op hoogtesprongen van een bouwlaag. En voor een bodemmodel wil je weten: waar ligt geluid reflecterende bodem zoals asfalt en water, waar ligt geluidsabsorberende bodem zoals begroeiing? De bodemtypes haalden we uit de bronregistratie BGT.”  

Stoter (TU Delft): “Wij moesten de algoritmes ontwikkelen om op basis van al die brongegevens geautomatiseerd een  3D-omgevingsmodel te genereren. Daarbij loop je soms ook tegen technische beperkingen aan zoals wisselende kwaliteit van de hoogtes die vanuit een vliegtuig of helikopter worden ingemeten via laser scannen. Zo kunnen hoogtes van gebouwen in dicht stedelijk gebied niet altijd worden waargenomen en missen er daarom soms hoogtepunten in de input data, bijvoorbeeld door afscherming door een ander gebouw. Of doordat water op het dak de laser door- in plaats van terugkaatst. Bij kassen gaat de laser soms dwars door het glas heen. Dan heb je voor die locaties geen uniforme brongegevens. En ook bij het bodemmodel hebben we nauw samengewerkt met de geluidsexperts. Wij wilden bijvoorbeeld weten: hoe groot moet een bepaald stukje bodem zijn om voor jullie berekeningen nog relevant te zijn?”

Reimerink (Kadaster): “En als die data er dan eenmaal landsdekkend zijn: hoe gaan we ze in beheer nemen zodat we continuïteit bieden aan de gebruikers? Als we die data bijvoorbeeld willen ontsluiten op het PDOK-platform (Publieke Dienstverlening op de Kaart), hoe krijgen we zo’n bestand daar? Het is iets anders dan een testdataset ontsluiten, hier hoort een hele infrastructuur bij.”

Vervolg: door ontwikkelen, feedback gebruikers

Van Loon (RIM): “We willen er allereerst voor zorgen dat het bestand geactualiseerd blijft, door bijvoorbeeld het opnemen van nieuwe gebouwen of het verwijderen van gesloopte gebouwen. Vervolgens willen we de dataset verder fijn slijpen en door ontwikkelen. Daarbij nemen we de feedback mee van gebruikers die de gegevens nu in het veld gaan gebruiken.”

Stoter (TU Delft): “Wij hechten belang aan open data en open source software en innovaties die hierdoor mogelijk worden. We zouden het gebruik van de 3D- geluiddata bijvoorbeeld graag verbeteren door ontwikkeling van simulatiesoftware die beter afgestemd is op de mogelijkheden van deze nieuwe databronnen.”

Reimerink (Kadaster): “Er is al een lijst gedefinieerd met mogelijke verbeterpunten, maar we zijn ook erg geïnteresseerd in feedback vanuit de gebruiker. Vanuit daar willen we graag samen met RIVM en TU Delft kijken hoe we verbeteringen technisch door kunnen voeren. Dit jaar gaan we werken aan continuïteit en verbeteringen zodat we begin 2022 een nieuwe versie kunnen ontsluiten.”

Gebruiker aan het woord: DCMR Milieudienst Rijnmond

DCMR Milieudienst Rijnmond is onder meer verantwoordelijk voor het handhaven van geluidslimieten in Rotterdam. Richard Spaans (te zien op de afbeelding) is vakspecialist Geluid en GIS bij DCMR en testte het 3D-Geluidsbestand: “In ons werkgebied liggen geluidsbronnen als de Rotterdamse haven en luchthaven Rotterdam The Hague Airport. Om bijvoorbeeld de jaargemiddelde geluidbelasting daarvan te bepalen op omringende woningen, hebben wij een nauwkeurig rekenmodel nodig. De 1e ervaringen met het 3D-Geluidbestand zijn goed. Het model bevat alle voor ons relevante informatie. Eigenlijk zou het nog aangevuld moeten worden met objecten als loodsen en silo’s, naast de huidige gebouwinformatie uit de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). De ligging ervan is uit de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) af te leiden.”

Meer weten?

Hebt u interesse in het 3D-Geluidbestand? Download het bestand op PDOK.nl.

Terzake

Dit artikel verschijnt ook in het Kadastermagazine Terzake van februari 2021. Meer artikelen lezen? Ga naar de pagina Terzake.

Terz@ke nieuwsbrief ontvangen?

In de artikelen uit ons Terzake-magazine vindt u achtergrondverhalen van het Kadaster. Met de digitale Terz@ke blijft u op hoogte van al ons nieuws. Wilt u deze ook in uw mailbox ontvangen? Meld u zich dan aan voor onze nieuwsbrief.

Koopwoningen in februari ruim 4% duurder dan jaar eerder

In februari 2024 waren de prijzen van bestaande koopwoningen gemiddeld 4,3% hoger dan in februari 2023. Ten opzichte van januari 2024 stegen de prijzen in februari met 1,0%. De prijsontwikkelingen in dit bericht zijn gebaseerd op de prijsindex van bestaande particuliere koopwoningen in Nederland van het CBS en het Kadaster.

Prijzen koopwoningen stijgen met 1,0% ten opzichte van januari

Ten opzichte van januari is de prijsindex bestaande koopwoningen in februari met 1,0% gestegen. De prijzen van bestaande koopwoningen bereikten in juli 2022 een piek. Daarna sloeg de trend om en daalde de prijsindex enige tijd. Sinds juni 2023 stegen de prijzen van koopwoningen echter weer.

Meer transacties bestaande koopwoningen in februari

In februari registreerde het Kadaster 13.810 woningtransacties. Dat is 16,5% meer dan een jaar eerder. In de eerste 2 maanden zijn 28.262 woningen verkocht, ruim 13% meer dan een jaar eerder. In februari was de gemiddelde transactieprijs voor een bestaande koopwoning € 427.279,-. Voor het bepalen van prijsontwikkelingen van bestaande koopwoningen wordt echter niet de transactieprijs, maar de prijsindex gebruikt. Bij de berekening van de prijsindex wordt rekening gehouden met kwaliteitsverschillen tussen koopwoningen. In de gemiddelde transactieprijs zit geen kwaliteitscorrectie.

Meer cijfers in Vastgoeddashboard

Iedere maand staan de cijfers over onder andere woningverkopen in ons Vastgoeddashboard. In dit dashboard vindt u grafieken en tabellen voor heel Nederland en per provincie.

Naar Vastgoeddashboard

Kadaster Kwartaalbericht woningmarkt

Aanleveren stukken tijdens de feestdagen 2023

Openingstijden tijdens de feestdagen

Op de volgende feestdagen zijn we gesloten:

  • Maandag 10 april 2023 (tweede Paasdag)
  • Donderdag 27 april 2023 (Koningsdag)
  • Donderdag 18 mei 2023 (Hemelvaartsdag)
  • Maandag 29 mei 2023 (tweede Pinksterdag)
  • Maandag 25 december 2023 (eerste Kerstdag)
  • Dinsdag 26 december 2023 (tweede Kerstdag)

U kunt tijdens deze feestdagen geen stukken op papier aanleveren. Ook telefonisch contact opnemen met Kadastermedewerkers is dan niet mogelijk.

Digitaal

Tijdens deze feestdagen kunt u wel digitaal stukken aanleveren. Wij verwerken die stukken op de eerstvolgende werkdag.

Meer over onze producten

Wilt u meer weten over onze producten en het bestellen hiervan? Meer de informatie vindt u via pagina Producten

Hoeveel landbouwgrond bezitten overheden?

Voor het bouwen van woningen, het maken van waterbergingen en natuurontwikkeling zoeken overheden naar geschikte plekken in het landelijk gebied. Ze kopen hiervoor landbouwgrond en veranderen deze naar nieuwe functies.

Maar hoeveel landbouwgrond hebben overheden? En waar in Nederland ligt deze grond? We onderzochten het samen met Wageningen Economic Research.

Bekijk het onderzoek

Of bekijk alvast onze 5 conclusies.

5 conclusies

  1. Eind 2023 bezitten overheden in Nederland samen in totaal ruim 190.000 hectare landbouwgrond. Dat is 11% van de totale oppervlakte aan landbouwgrond in Nederland.
  2. Staatsbosbeheer heeft als overheidsorganisatie met 53.000 hectare de grootste oppervlakte aan landbouwgrond. Deze grond heeft primair een natuurfunctie, maar wordt voor een deel ook extensief agrarisch gebruikt.
  3. De provincies bezitten samen een totale oppervlakte van ruim 21.000 hectare aan landbouwgrond. 
  4. In Flevoland is maar liefst 38% van alle landbouwgrond in eigendom van overheden. In Noord-Holland ligt dit percentage met 16% ook boven het landelijke gemiddelde van 11%. 
  5. In de provincies Limburg en Noord-Brabant bezitten gemeenten opvallend veel landbouwgrond. In Limburg bezitten gemeenten 53% en in Noord-Brabant 41% van alle landbouwgrond in overheidseigendom. 

Over dit onderzoek

Dit onderzoek is uitgevoerd door Wageningen Economic Research en het Kadaster. Het is de themabijlage bij het Kwartaalbericht agrarische grondmarkt 4e kwartaal 2023. Deze versturen wij elk kwartaal via de mail.

Aanmelden kwartaalbericht per mail

Meer weten

Kwartaalbericht agrarische grondmarkt 2023-4

Thema: Hoeveel landbouwgrond bezitten overheden?

Voor het bouwen van woningen, het maken van waterbergingen en natuurontwikkeling zoeken overheden naar geschikte plekken in het landelijk gebied. Ze kopen hiervoor landbouwgrond en veranderen deze naar nieuwe functies.
Maar hoeveel landbouwgrond hebben overheden? En waar in Nederland ligt deze grond?

We onderzochten het samen met Wageningen Economic Research.

Lees de themabijlage

Kwartaalbericht 4e kwartaal van 2023

 

Landelijk overzicht

De gemiddelde agrarische grondprijs in Nederland is in het 4e kwartaal van 2023 met 6,2% gestegen ten opzichte van het 3e kwartaal: van € 77.600 naar € 82.400 per ha (figuur 1). Over heel 2023 is de grondprijs uitgekomen op € 78.800 per ha, 7,4% hoger dan in 2022 (€ 73.400 per ha).

Prijzen van bouwland en grasland

De gemiddelde prijs van bouwland is in het 4e kwartaal van 2023 met 4,5% gestegen naar € 93.100 per ha (figuur 1). Over heel 2023 ligt de gemiddelde grondprijs van bouwland op € 90.900 per ha, 7,6% boven de prijs in 2022 (€ 84.500 per ha).
De gemiddelde prijs van grasland is in het 4e kwartaal van 2023 met 2,2% toegenomen tot € 71.200 per ha (figuur 1). Over heel 2023 noteert grasland een gemiddelde prijs van € 69.400 per ha, 4,8% meer dan in 2022 (€ 66.200 per ha).
De gemiddelde prijs van snijmaisland is in het 4e kwartaal van 2023 met € 80.300 per ha vrijwel gelijk aan de de prijs in het 3e kwartaal. De prijs van dit grondgebruik is niet afzonderlijk in figuur 1 opgenomen, maar is wel onderdeel van het totaalcijfer van landbouwgrond.

Deze grafiek toont de agrarische grondprijzen van grasland, bouwland en grasland, bouwland en snijmais samen- voor 2023-Q4. De x-as toont de meest recente 12 kwartalen. De y-as toont de grondprijs, met als ondergrens 40.000 euro per hectare en als bovengrens 100.000 euro per hectare en de stapgrootte 10.000 hectare. Bouwland ligt in 2023-Q4 op 93.100 euro per hectare, grasland op 71.200 euro per hectare en het totale gemiddelde op 82.400 euro per hectare. Heeft u naar aanleiding hiervan nog vragen? Neem dan contact op met onze expert Landelijk gebied Paul Peter Kuiper via 0621503747.

Figuur 1 Agrarische grondprijs (euro/ha) naar grondgebruik
Bron: Kadaster en Wageningen Economic Research
Open toegankelijk ods-document met data van figuur 1

Grondmobiliteit

In het 4e kwartaal van 2023 is 10.200 ha landbouwgrond verhandeld, ruim 800 ha (7%) minder dan in hetzelfde kwartaal van 2022 (figuur 2). In heel 2023 is 27.400 ha grond verhandeld. Dat is 11% minder dan in 2022, toen 30.800 ha werd overgedragen
De relatieve grondmobiliteit – het verhandeld areaal afgezet tegen het totaal areaal landbouwgrond – kwam in 2023 uit op 1,53%, tegen 1,71% in dezelfde periode het jaar daarvoor.

Deze grafiek toont de grondmobiliteit - de verhandelde oppervlakte - voor 2023-Q4 in geheel Nederland. De x-as toont de 12 meest recente kwartalen. De y-as toont de grondmobiliteit, de ondergrens is 0 hectare, de bovengrens 14.000 hectare en de stapgrootte 2.000 hectare. Het vierde kwartaal geeft telkens de hoogste mobiliteit. Het derde kwartaal de laagste. De mobiliteit lag in 2023-Q4 op 10.200 hectare. Heeft u naar aanleiding hiervan nog vragen? Neem dan contact op met onze expert Landelijk gebied Paul Peter Kuiper via 0621503747.
Figuur 2 Mobiliteit (ha) landbouwgrond per kwartaal
Bron: Kadaster en Wageningen Economic Research
Open toegankelijk ods-document met data van figuur 2

Provinciaal overzicht

Grondprijzen

In kaart 1 zijn de provinciale agrarische grondprijzen in het meest recente kwartaal opgenomen; figuren 3 tot en met 7 geven de ontwikkeling van de provinciale prijzen in de afgelopen twaalf kwartalen weer. De kwartaalprijzen zijn berekend als het voortschrijdend gemiddelde over vier kwartalen.
De gemiddelde agrarische grondprijs loopt in het 4e kwartaal van 2023 uiteen van € 59.500 in Fryslân tot € 177.000 per ha in Flevoland (kaart 1). In de overige provincies ligt de grondprijs tussen € 69.500 (Groningen) en € 88.800 per ha (Noord-Brabant.

Deze kaart toont de agrarische grondprijzen per provincie van 2023-Q4. De grondprijzen zijn berekend op basis van de transacties van de periode 2023-Q1 tot en met 2023-Q4. De legenda toont in blauwtinten de grondprijs, met als ondergrens “0 tot 50.000 euro per hectare” en als bovengrens “150.000 en hoger euro per hectare”. In Friesland is de gemiddelde prijs het laagst met 59.500 euro per hectare. Flevoland heeft met een gemiddelde prijs van 177.000 euro per hectare de hoogste prijs. Heeft u naar aanleiding hiervan nog vragen? Neem dan contact op met onze expert Landelijk gebied Paul Peter Kuiper via 0621503747.

Kaart 1 Agrarische grondprijs naar provincie, 4e kwartaal 2023
Bron: Kadaster en Wageningen Economic Research
Open toegankelijk ods-document met data van kaart 1

Verschil ontwikkeling grondprijs landelijk (figuur 1) en provinciaal (figuren 3 t/m 7)

De landelijke agrarische grondprijs is in het 4e kwartaal van 2023 met ruim 6% gestegen (zie hiervoor), terwijl in de meeste provincies de grondprijs minder hard steeg, of afnam (zie hierna). De reden is dat de provinciale kwartaalprijzen zijn berekend als het voortschrijdende gemiddelde over vier kwartalen, terwijl de landelijke kwartaalprijs de daadwerkelijke prijs van het kwartaal is. Het provinciale voortschrijdende gemiddelde ijlt daardoor iets na op de landelijke kwartaalprijs-ontwikkeling.

Grondprijsontwikkeling Groningen, Fryslân en Drenthe

Deze grafiek toont de grondprijsontwikkeling voor de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen. De x-as toont de 12 meest recente kwartalen. De y-as toont de grondprijs, met als ondergrens 40.000 euro per hectare en als bovengrens 90.000 euro per hectare en stapgrootte van 10.000 euro per hectare. In de provincie Fryslân steeg de gemiddelde grondprijs in 2023-Q4 naar 59.500 euro per hectare. In Drenthe steeg de grondprijs een klein eindje naar 71.900 euro per hectare en in Groningen daalde de gemiddelde grondprijs iets naar 69.500 euro per hectare. Heeft u naar aanleiding hiervan nog vragen? Neem dan contact op met onze expert Landelijk gebied Paul Peter Kuiper via 0621503747.

Figuur 3 Grondprijsontwikkeling provincies Groningen, Fryslân en Drenthe
Bron: Kadaster en Wageningen Economic Research
Open toegankelijk ods-document met data van figuur 3

In de provincie Fryslân is de gemiddelde agrarische grondprijs in het 4e kwartaal van 2023 met 3% gestegen, terwijl die in Groningen en Drenthe nauwelijks is veranderd (figuur 3). 

Grondprijsontwikkeling Overijssel, Flevoland en Gelderland

Deze grafiek toont de grondprijsontwikkeling voor de provincies Overijssel en Gelderland. De x-as toont de 12 meest recente kwartalen. De y-as toont de grondprijs, met als ondergrens 40.000 euro per hectare en als bovengrens 90.000 euro per hectare en stapgrootte van 10.000 euro per hectare. De beide provincies laten in 2023-Q4 een stijging in de grondprijsontwikkeling zien. In Gelderland komt de grondprijs in dat kwartaal op 76.300 euro per hectare, in Overijssel komt deze op 75.200 euro per hectare. Heeft u naar aanleiding hiervan nog vragen? Neem dan contact op met onze expert Landelijk gebied Paul Peter Kuiper via 0621503747.

Figuur 4 Grondprijsontwikkeling provincies Overijssel en Gelderland
Bron: Kadaster en Wageningen Economic Research
Open toegankelijk ods-document met data van figuur 4

In de provincie Gelderland is de gemiddelde agrarische grondprijs in het 4e kwartaal van 2023 met 9% gestegen. In Overijssel bleef de stijging beperkt tot 2% (figuur 4).

Deze grafiek toont de grondprijsontwikkeling voor de provincie Flevoland. De x-as toont de 12 meest recente kwartalen. De y-as toont de grondprijs, met als ondergrens 40.000 euro per hectare en als bovengrens 180.000 euro per hectare en stapgrootte van 20.000 euro per hectare. De provincie Flevoland laat in 2023-Q4 weer een stijgende grondprijsontwikkeling zien tot het gemiddelde prijsniveau van 177.000 euro per hectare. Heeft u naar aanleiding hiervan nog vragen? Neem dan contact op met onze expert Landelijk gebied Paul Peter Kuiper via 0621503747.

Figuur 5 Grondprijsontwikkeling provincie Flevoland
Bron: Kadaster en Wageningen Economic Research
Open toegankelijk ods-document met data van figuur 5

In de provincie Flevoland is de gemiddelde agrarische grondprijs in het 4e kwartaal van 2023 met 8% gestegen (figuur 5).

Grondprijsontwikkeling Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland

Deze grafiek toont de grondprijsontwikkeling voor de provincies Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De x-as toont de 12 meest recente kwartalen. De y-as toont de grondprijs, met als ondergrens 40.000 euro per hectare en als bovengrens 90.000 euro per hectare en stapgrootte van 10.000 euro per hectare. Ieder van de drie provincies laten in 2023-Q4 een stijgende grondprijs zien. In Noord-Holland komt deze uit op 79.800 euro per hectare en in Zuid-Holland op 78.200 euro per hectare. In Utrecht kwam deze uit op 77.400 euro per hectare. Heeft u naar aanleiding hiervan nog vragen? Neem dan contact op met onze expert Landelijk gebied Paul Peter Kuiper via 0621503747.

Figuur 6 Grondprijsontwikkeling provincies Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland
Bron: Kadaster en Wageningen Economic Research
Open toegankelijk ods-document met data van figuur 6

In de provincie Zuid-Holland is de gemiddelde agrarische grondprijs in het 4e kwartaal van 2023 met 12% toegenomen; in Utrecht steeg de grondprijs met 5%, terwijl die in Noord-Holland gelijk bleef (figuur 6).

Grondprijsontwikkeling Zeeland, Noord-Brabant en Limburg

Deze grafiek toont de grondprijsontwikkeling voor de provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland. De x-as toont de 12 meest recente kwartalen. De y-as toont de grondprijs, met als ondergrens 40.000 euro per hectare en als bovengrens 90.000 euro per hectare en stapgrootte van 10.000 euro per hectare. In de provincies Noord-Brabant en Limburg is de prijs in het jongste periode gestegen, in Zeeland daalde deze. In Limburg komt deze op 85.400 euro per hectare, in Noord-Brabant op 88.800 euro per hectare en in Zeeland op 82.900 euro per hectare. Heeft u naar aanleiding hiervan nog vragen? Neem dan contact op met onze expert Landelijk gebied Paul Peter Kuiper via 0621503747.

Figuur 7 Grondprijsontwikkeling provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg
Bron: Kadaster en Wageningen Economic Research
Open toegankelijk ods-document met data van figuur 7

In de provincies Noord-Brabant en Limburg is de gemiddelde agrarische grondprijs in het 4e kwartaal van 2023 met respectievelijk 4% en 5% gestegen; in Zeeland daalde de grondprijs met 3% (figuur 7).

Grondmobiliteit

De relatieve grondmobiliteit – het verhandelde areaal afgezet tegen het totaal areaal landbouwgrond – varieert in 2023 van 1,10% in Fryslân tot 2,06% in Limburg (figuur 8). In vergelijking met 2022 is de relatieve grondmobiliteit in 10 provincies afgenomen, met de grootste daling in Utrecht (-0,9 procentpunt)  en Drenthe (-0,5 procentpunt). In Overijssel en Zuid-Holland is de grondmobiliteit iets toegenomen.

Deze grafiek toont de relatieve grondmobiliteit -dat is de verhandelde oppervlakte ten opzichte van het totale beschikbare areaal landbouwgrond- per provincie. De x-as toont de 12 provincies. De y-as toont de relatieve grondmobiliteit, de ondergrens is 0%, de bovengrens 2,5%, de stapgrootte is 0,5%. De grafiek vergelijkt de relatieve mobiliteit in de periode januari 2022 tot en met december 2022 met de periode januari 2023 tot en met december 2023. In de provincies Overijssel en Zuid-Holland steeg de mobiliteit. In de overige provincies daalde de mobiliteit in deze periode. Heeft u naar aanleiding hiervan nog vragen? Neem dan contact op met onze expert Landelijk gebied Paul Peter Kuiper via 0621503747.

Figuur 8 Relatieve mobiliteit landbouwgrond (%) in 2022-Q1 t/m 2022-Q4 en 2023-Q1 t/m 2023-Q4
Bron: Kadaster en Wageningen Economic Research
Open toegankelijk ods-document met data van figuur 8

Verantwoording

Agrarische grondprijs

De agrarische grondprijs is de prijs van vrij beschikbare landbouwgrond gekocht door agrariërs. Aan de basis van de berekening van de grondprijs staan de transacties in het eigendomsregister van het Kadaster, aangevuld met informatie over de agrarische sector. Voor het bepalen van de agrarische grondprijs zijn de verhandelde percelen op de volgende kenmerken geselecteerd:

  • koper heeft een landbouwbedrijf
  • grasland, bouwland, snijmais
  • soort overdracht is koop-verkoop
  • zakelijk recht is volle eigendom
  • geen opstallen
  • geen reguliere pachtovereenkomst of erfpacht
  • geen familierelatie
  • oppervlak perceel groter dan 0,25 ha
  • de koopsom is groter dan € 1,-

Verhandelde percelen met extreem hoge en lage prijzen zijn volgens een statistische methodiek uitgesloten.

De gepresenteerde grondprijzen in de gezamenlijke provincies kunnen afwijken van de gepresenteerde gemiddelde grondprijzen op landelijk niveau. De reden hiervan is dat de provinciale kwartaalprijzen worden berekend als het voortschrijdende gemiddelde over 4 kwartalen, terwijl de landelijke kwartaalprijs de daadwerkelijke gemiddelde prijs binnen 1 kwartaal is.

Agrarische grondmobiliteit

De agrarische grondmobiliteit – het verhandelde areaal landbouwgrond – geeft aan hoeveel agrarische grond is verhandeld op de vrije markt. Aan de basis van de berekening van de grondmobiliteit staan de transacties in het eigendomsregister van het Kadaster, aangevuld met informatie over de agrarische sector. Voor het bepalen van de agrarische grondmobiliteit zijn de verhandelde percelen op de volgende kenmerken geselecteerd:

  • grasland, bouwland, snijmais, bollenland, boomkwekerij, fruitteelt en overig tuinland
  • soort overdracht is koop-verkoop en veilingen
  • zakelijk recht is volle eigendom
  • geen familierelatie
  • oppervlak perceel groter dan 0,25 hectare
  • de koopsom is groter dan € 1,-

Over het kwartaalbericht

Dit kwartaalbericht is een samenwerking van Wageningen Economic Research en het Kadaster.  

Logo van Wageningen University & Research.Logo van het Kadaster

Grondeigenaren zelf aan zet bij kavelruil Weerterland

In de omgeving van Weert is de afgelopen 1,5  jaar 128 hectare grond van eigenaar gewisseld. Hoe is deze kavelruil verlopen? We vroegen het projectleiders Eric Collin en Dré Stoffels.

Verkavelen is geen langdurig proces meer

Nog steeds denken veel mensen dat het verkavelen van het buitengebied een log en langdurig proces is. Dat is allang niet meer zo. In de omgeving van Weert zijn de afgelopen anderhalf jaar 8 kavelruilakten gepasseerd. Alle ruilingen waren op vrijwillige basis en grondeigenaren en andere belanghebbenden ontwierpen samen de ruilplannen. Agrarisch adviesbureau Arvalis en het Kadaster stonden hen als verkavelingsdeskundigen bij.

Voordeel voor agrarische bedrijven en voor het waterschap 

Deze kavelruil moest vooral de situatie van agrarische bedrijven in de gemeenten Weert, Nederweert en Leudal verbeteren. Zoals het beter aansluiten van kavels waardoor deze makkelijker bewerkt kunnen worden en dichter bij de boerderij liggen. Ook het waterschap had voordeel van de ruilingen. 8 hectare grond is naar de juiste plek geruild voor verbeteringen aan het riviertje de Aa. 

Het kost veel moeite om het op gang te krijgen, maar als het eenmaal draait, blijft het in beweging.

Dré Stoffels - projectleider Arvalis

Vrijwillige methode met veel inbreng van eigenaren

Eric Collin, projectleider bij het Kadaster: “Deze aanpak van grondruil noemen we ‘Verkavelen voor Groei’. Dit is een vrijwillige methode waarbij eigenaren zelf het ruilplan maken. Overheden schuiven aan op basis van gelijkwaardigheid. Overheden kunnen publieke gebiedsdoelen als wens inbrengen, maar deze niet  voorschrijven. Met deze aanpak hebben we de afgelopen 10 jaar bijna 1000 hectare verkaveld in Limburg.”

Na een langzame start toch goed op gang

Dré Stoffels heeft als projectleider vanuit Arvalis bijgedragen aan het kavelruilproces. “Toen we in 2021 begonnen, konden we vanwege coronabeperkingen geen bijeenkomsten organiseren. Voor de digitale bijeenkomsten was weinig belangstelling. Daardoor hadden we een langzame start. Na een halfjaar was er nog maar 5 hectare geruild. We hebben de stuurgroep toen wel moeten overtuigen dat het toch goed was om door te gaan. Ik gebruik graag de metafoor van het vliegwiel. Het kost veel moeite om het op gang te krijgen, maar als het eenmaal draait, blijft het in beweging.”

Ruilingen volgden elkaar op

Collin vult aan: “Na de eerste ruiling volgde al snel een nieuwe ruiling. Een paar grondeigenaren wilden land voor geld ruilen, waardoor er voor anderen meer grond beschikbaar kwam. Boeren die eerst afwachtend waren, zagen aan de eerste ruilingen dat er zeker voordeel te behalen viel. Bij elke afgeronde ruiling hadden we weer een tastbaar resultaat. Zo konden we ook aan de stuurgroep duidelijk maken dat we de goede dingen aan het doen waren.” Stoffels: “En de mensen in de streek vinden het een succes. Dat hoor ik als ik ze spreek.”

Afronding van het programma

In maart 2023 is de laatste kavelruil bij de notaris beklonken. Nu loopt nog de financiële afronding en de definitieve aanvraag voor de subsidievaststelling. Het grootste deel van de projectkosten wordt namelijk betaald uit een Europese subsidiepot voor plattelandsontwikkeling.

Uitvoeringsprogramma Platteland In Ontwikkeling 

De kavelruil in dit gebied is onderdeel van het Uitvoeringsprogramma Platteland In Ontwikkeling (PIO) Weerterland. De provincie Limburg riep belanghebbenden in de provincie op om samen plannen te ontwikkelen voor verbeteringen in het landelijke gebied. In het gebied rond Weert is die handschoen opgepakt door de Limburgse Land- en Tuinbouwbond, Natuurmonumenten, 3 gemeenten (Nederweert, Weert en Leudal), het Waterschap Limburg en de provincie Limburg. Zij stelden een gezamenlijke stuurgroep in voor de coördinatie ervan. 

Meer dan kavelruil

Het uitvoeringsprogramma is veel breder dan alleen de kavelruil. Zo was er als aftrap van het programma de aanplant van een houtwal om een betere leefomgeving voor akkervogels te maken. Andere projecten hadden bijvoorbeeld te maken met beekherstel, vermindering van wateroverlast en droogte en versterking van het landschap.

Terzake

Dit artikel komt uit het Kadastermagazine Terzake van juli 2023.

  • Meer artikelen lezen? Ga naar de pagina Terzake.
  • Wilt u maandelijks de digitale Terz@ke in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief

Meer informatie

  • Bij plannen voor de herinrichting van een gebied, is betrouwbare informatie nodig. Wij hebben die informatie. U kunt bij ons terecht voor advies en ondersteuning bij gebiedsontwikkeling. Lees verder op de pagina Advies op maat.
  • Lees meer over de vernieuwende,  gebiedsgerichte manier van verkavelen op de pagina Verkavelen voor groei.
     

Verscherpte toelatingsmaatregelen Kadaster-on-line

Het Kadaster voelt een grote verantwoordelijkheid om er alles aan te doen om de kans op misbruik bij de toegang tot onze registers te minimaliseren. Daarom namen we afgelopen week extra maatregelen. Om er zo zekerder van te zijn dat de persoon aan wie een account voor Kadaster-on-line wordt verstrekt ook de persoon is waarvoor hij of zij zich uitgeeft. Zo’n account is bedoeld voor professionele gebruikers. Deze verscherpte verificatieprocedure voor nieuwe accounts is nu ingevoerd en daarmee wordt misbruik van de ‘zoeken op naam’ functie geminimaliseerd. 

Mogelijk risico op oneigenlijk gebruik

Het bleek mogelijk om met misbruik van een KVK-nummer een betaald account te krijgen voor Kadaster-on-line. Daarmee bestaat het risico dat informatie voor zakelijke doeleinden aan personen wordt verstrekt die daar niet over horen te beschikken. Daarmee kunnen we niet uitsluiten dat de functie 'zoeken op naam' mogelijk wordt misbruikt door kwaadwillenden.

Kadastrale informatie voor iedereen

Onze registers zijn openbaar, omdat kadastrale informatie voor iedereen toegankelijk en inzichtelijk moet zijn. Dat staat in de wet. Het Kadaster kan en mag de gegevens dus niet helemaal vergrendelen. Maar het is natuurlijk niet de bedoeling dat deze gegevens voor oneigenlijke doeleinden worden gebruikt.

Verplichte verificatie in de toekomst

Voor de langere termijn verwachten het Kadaster en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dat de overstap naar verplichte verificatie middels eHerkenning de kans op oneigenlijk gebruik tot een minimum zal beperken. Daarnaast wordt gewerkt aan beperking van de ‘zoeken op naam’ functie tot alleen beroepsgroepen waarvoor dit essentieel is voor hun werk.

Top 10 opvallendste feiten over senioren op de woningmarkt

Vergeet de koopstarters: de babyboomers komen eraan! Vanaf 2020 komen er in 1 keer relatief veel ouderen bij: de babyboomers van 1945. Het aantal 75-plussers met een eigen woning verdubbelt tussen nu en 2035. Een groep om rekening mee te houden. Maar: welke woningen verkopen ze eigenlijk en waar staan die? En houden ouderen zich staande in tijden van prijsexplosies? De 10 opvallendste feiten uit onderzoek van het Kadaster, toegelicht door woningmarktexpert Paul de Vries. 

1. Het aantal woningen in bezit van 75-plussers verdubbelt tussen nu en 2035

“Er zijn 4,6 miljoen koopwoningen in Nederland. 525.000 daarvan zijn eigendom van 75-plussers. Van alle groepen woningeigenaren neemt het aandeel ouderen het sterkst toe. Tussen 2035 en 2040 hebben 75-plussers samen meer dan 1 miljoen woningen in bezit.”

2. 75-plussers bezitten vooral woningen op het platteland en aan de kust

“In de kustgemeenten en de landelijke gemeenten hebben 75-plussers relatief de meeste woningen in bezit. Op Schiermonnikoog is dat aandeel het hoogst: bijna 27%! Het aandeel is het laagst in de Randstad, vooral in de jonge stad Almere. Daar woningen wel de babyboomers, maar niet hun ouders. De komende jaren stijgt juist het aandeel 75-plussers in Almere daarom het sterkst van de 80 grootste steden.”

3. Het gaat vooral om oudere, vrijstaande woningen

“Senioren bezitten relatief veel vrijstaande woningen. Dit zijn vaak vooroorlogse woningen en jaren ’70 woningen. Ze bezitten bijna geen nieuwe woningen, gebouwd na 2010. Al die woningen komen allemaal op de markt wanneer de eigenaren overlijden. Op dit moment overlijden gemiddeld 100.000 ouderen per jaar; in 2040 zijn dat er 175.000.”

4. Ouderen krijgen bij verkoop de laagste prijs, vanwege achterstallig onderhoud

“De jongste groep verkopers ontvangt gemiddeld het minste voor hun woning. Waarschijnlijk verkopen zij kleinere woningen. De gemiddelde prijs van een verkochte woning van een oudere eigenaar-bewoner ligt lager dan die van andere leeftijdsgroepen. Dit heeft zeer waarschijnlijk te maken met de staat van de woning. Vooral na hun 80ste vinden steeds meer eigenaar-bewoners zelf dat hun woning slecht onderhouden is.”

5.  Ze blijven gestaag verkopen en kopen, ook tijdens de crisis

“De verkopen door ouderen lijken minder gevoelig voor veranderingen in de woningmarkt. Tijdens de crisis bleven juist de ouderen in vergelijkbare mate woningen verkopen en kopen. Dat komt omdat ouderen geen tot weinig last hebben gehad van onzekerheden rondom hun inkomen door ontslag en omdat ze veel overwaarde op hun huis hebben. Ze bezitten een comfortabele financiële buffer.” 

6. Hoe ouder, hoe minder behoefte aan verhuizen 

“Rond de 24% van de eigenaren onder de 65 wil eventueel binnen 2 jaar verhuizen. Van de 90-plussers is dat slechts een magere 10%. Daarbij valt op dat hoe ouder een woningeigenaar is, hoe minder deze een geschikte woning zegt te kunnen vinden als hij wel wil verhuizen.” 

7. Tot 80 jaar kopen ouderen weer een andere woning, daarna huren ze liever

“Tot rond de 80 jaar, kiest het merendeel van de eigenaar-bewoners na verhuizing wederom voor een koopwoning. Die voorkeur slaat om na 80 jaar. Van de 80 tot en met 84-jarigen kiest bijna 60% voor een huurwoning.”

8. Hoe ouder, hoe hoger de woonlasten 

“Of je nou veertiger bent of 75-plusser, het deel van je inkomen dat je als woningeigenaar uitgeeft aan wonen blijft ongeveer hetzelfde. Nu nemen de hypotheeklasten weliswaar af naarmate je ouder wordt, maar de overige lasten nemen relatief toe, vooral de stookkosten. Dat komt omdat we steeds langer thuis blijven wonen, maar ook omdat je als oudere simpelweg eerder koud hebt. Ook heeft de komende generatie ouderen meer aflossingsvrije hypotheken dan de huidige ouderen. Verder zal de komende generatie te maken krijgen met gasloos wonen, dus met investeringen in hun relatief wat oudere woningen. Dit zou voor stijgende woonlasten kunnen zorgen.”

9. Woningen worden na overlijden later verkocht vanwege prijsstijgingen 

“Van 2009 tot en met 2014 stijgt het aantal verkopen na overlijden; daarna daalt dit licht. Misschien houden erfgenamen de woning langer aan vanwege de stijgende woningmarktprijzen; hoe langer je wacht met verkopen, hoe hoger de mogelijk haalbare verkoopprijs.”

10. Ouderen pakken bij verkoop niet volle winst van overwaarde

“Woning-eigenaren tussen de 75 en 80 bezitten iets meer dan 200.000 euro aan overwaarde op het moment dat ze willen verhuizen. Hun WOZ-waarde is dus gemiddeld 200.000 euro hoger dan het restant van hun hypotheekschuld. En toch pakken ze niet de volle winst, aangezien juist ouderen hun woning tegen een lagere prijs verkopen dan je kunt vragen als je kijkt naar de prijsontwikkeling. Verkopers onder de 65 maken bijvoorbeeld meer winst dan het Nederlands gemiddelde.”

Het hele onderzoek lezen?

Wilt u het onderzoek ‘Ouderen op de koopwoningmarkt’ lezen? Download het onderzoeksrapport.

Meer informatie

Verhuizen het lastigst voor ouderen in krimpgebieden

8,4% van de 55-plussers uit krimpgebieden wíl wel verhuizen, maar kan niks vinden. Dit is een hoger percentage dan in andere gebieden. 

55-plussers in krimpgebieden vormen een steeds groter groep eigenaren op de woningmarkt. Onderzoekers Sophie Druif en Paul de Vries brachten hun wensen en gedrag in kaart. Dit zijn de belangrijkste conclusies.  

21% oudere woningbezitters woont in krimpgebied

21% van de woningbezitters van 55 jaar of ouder in Nederland bezit een woning in een krimp- of anticipeergebied. Dit zijn regio’s die nu, of in de toekomst, kampen met bevolkingsdaling. In groeigebieden, waar de bevolking juist toeneemt, wonen meer 55- tot 60-jarigen dan landelijk gemiddeld; in krimpgebieden wonen relatief meer mensen in de hogere leeftijdscategorieën, van 85 jaar en ouder. 

Ouderen kiezen bij verhuizing vaak voor gelijkwaardige woonomgeving

Bij verhuizing kiezen ouderen het liefst een woongemeente die lijkt op de huidige. Hoe jonger ze zijn, hoe meer ze wonen in een stedelijke omgeving, een grote stad. Oudere leeftijdscategorieën, bijvoorbeeld van 80- tot 85 jaar, wonen vaker in een dorp of op het platteland. Dit geldt ook voor krimpgebieden.  

8,4% van 55-plussers wil verhuizen, maar kan niks vinden

55-plussers zijn vrij honkvast. Slechts 23,9% van hen wil verhuizen. In krimpgebieden ligt dat percentage iets hoger: 24,4%. Echter: 8,4% daarvan wíl wel verhuizen, maar kan niks vinden. Dit is een hoger percentage dan in andere gebieden. 

Het hele onderzoek lezen?

Het onderzoek ‘Een groeiende verhuiswens is geen garantie voor succes’ bevat nog meer inzichten, zoals de betaalkracht van ouderen en het type woningen dat zij bezitten. Wilt u het hele onderzoek lezen? Download het onderzoeksrapport.

Gerelateerd onderzoek: Ouderen op de Koopwoningmarkt 

Vanaf 2020 komen er in 1 keer relatief veel ouderen bij: de babyboomers van 1945. Het aantal 75-plussers met een eigen woning verdubbelt tussen nu en 2035. Maar: welke woningen verkopen ze eigenlijk en waar staan die? En houden ouderen zich staande in tijden van prijsexplosies? Lees het hele onderzoek Ouderen op de Koopwoningmarkt.

Meer informatie

Sneller postcodes door goede samenwerking en afspraken

Nieuwbouwwoningen krijgen sneller een postcode in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). PostNL en de overheid hebben afspraken gemaakt in het vernieuwde postcode-convenant. Dit convenant is 10 jaar geldig.

Wat is er veranderd?

Door de nieuwe afspraken en goede samenwerking kunnen gemeenten adressen makkelijker en sneller met postcode in de BAG registreren. Gemeenten geven nieuwbouwwoningen een adres en registreren deze in de BAG. PostNL geeft een postcode aan de adressen. De gemeente voegt de postcodes toe in de BAG. Het resultaat van de goede samenwerking is dat gemeenten de postcodes van nieuwbouw in veel gevallen makkelijker en sneller kunnen verwerken in de BAG.

Postcode portaal

Een grote hulp bij dit sneller en beter verwerken van postcodes is het postcode portaal. Vroeger ging alle communicatie tussen verschillende partijen via e-mail. Dat kostte veel tijd. Nu is alle communicatie over postcodes makkelijker gemaakt en teruggebracht naar 1 plek: het postcode portaal. Op dit digitale platform worden nieuwe adressen en postcodes uitgewisseld tussen de gemeenten en PostNL. 

"Minder fouten, betere dienstverlening"

Waarom is samenwerking in het postcodeconvenant zo belangrijk? En hoe zorgt het convenant voor een betere dienstverlening voor burgers en gemeenten? Dat leest u in een interview met medewerkers van PostNL, de gemeente Den Haag en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Lees het interview op zichtopnl.nl. 

Meer informatie

  • Benieuwd naar de volledige inhoud van het postcode-convenant? Deze vindt u in de Staatscourant.

 

Kwartaalbericht agrarische grondmarkt 2023-3

Thema: Aankoop landbouwgrond voor wonen, werken en infrastructuur vooral in westen en zuiden

In onze vorige themabijlage van het 2e kwartaal van 2023, las u welke partijen actief zijn op de agrarische grondmarkt. We onderzochten de aankopen over 10 jaar tijd. Lees het onderzoek: 'Agrariërs verwerven meeste landbouwgrond, maar hun aandeel daalt'.

In dit kwartaal onderzoeken we of de aankoop-motieven regionaal verschillen. We focussen daarbij op kopers in de segmenten:

  • beleggingen
  • wonen, werken en infrastructuur

Binnen deze segmenten schenken we extra aandacht aan beleggingspercelen en zonneparken.
Er blijkt regionaal een behoorlijk verschil te zijn. In het zuiden en westen wordt meer landbouwgrond gekocht vanuit het segment wonen, werken en infrastructuur dan in de rest van Nederland

Lees de themabijlage

Kwartaalbericht 3e kwartaal van 2023

Landelijk overzicht

De gemiddelde agrarische grondprijs in Nederland is in het 3e kwartaal van 2023 uitgekomen op € 77.600 per ha (figuur 1). Dat is 5,4% hoger dan in het 2e kwartaal van 2023 (€ 73.600 per ha), en 5,7% boven de gemiddelde grondprijs over heel 2022 van € 73.400 per ha.

Prijzen van bouwland en grasland

De gemiddelde prijs van bouwland is in het 3e kwartaal van 2023 met 4,9% gestegen naar € 89.100 per ha (figuur 1). Dat is 5,4% boven de gemiddelde prijs in 2022 van € 84.500 per ha.
De gemiddelde prijs van grasland is in het 3e kwartaal van 2023 met 2,5% toegenomen tot € 69.700 per ha (figuur 1). Dat is 5,3% meer dan de gemiddelde prijs van grasland in 2022 van € 66.200 per ha.
De gemiddelde prijs van snijmaisland is in het 3e kwartaal van 2023 met 10,4% gestegen tot € 80.600 per ha. De prijs van dit grondgebruik is niet afzonderlijk in figuur 1 opgenomen, maar is wel onderdeel van het totaalcijfer van landbouwgrond.

Deze grafiek toont de agrarische grondprijzen van grasland, bouwland en grasland, bouwland en snijmais samen- voor 2023-Q3. De x-as toont de meest recente 12 kwartalen. De y-as toont de grondprijs, met als ondergrens 40.000 euro per hectare en als bovengrens 100.000 euro per hectare en de stapgrootte 10.000 hectare. Bouwland ligt in 2023-Q3 op 89.100 euro per hectare, grasland op 69.700 euro per hectare en het totale gemiddelde op 77.600 euro per hectare. Heeft u naar aanleiding hiervan nog vragen? Neem dan contact op met onze expert Landelijk gebied Paul Peter Kuiper via 0621503747.

Figuur 1 Agrarische grondprijs (euro/ha) naar grondgebruik  kaart en alt-tekst
Bron: Kadaster en Wageningen Economic Research
Open toegankelijk ods-document met data van figuur 1

Grondmobiliteit

In het 3e kwartaal van 2023 is 4.100 ha landbouwgrond verhandeld, bijna 900 ha (17%) minder dan in hetzelfde kwartaal van 2022 (figuur 2). Gemeten over de laatste vier kwartalen (2022Q4 tot en met 2023Q3) is in totaal 28.200 ha grond in andere handen overgegaan. Dat is 1.200 ha (4%) minder dan in dezelfde periode een jaar eerder (2021Q4-2022Q3).
De relatieve grondmobiliteit – het verhandeld areaal afgezet tegen het totaal areaal landbouwgrond – over de vier laatste kwartalen bedroeg 1,57%, tegen 1,63% in dezelfde periode het jaar daarvoor.

Deze grafiek toont de grondmobiliteit - de verhandelde oppervlakte - voor 2023-Q3 in geheel Nederland. De x-as toont de 12 meest recente kwartalen. De y-as toont de grondmobiliteit, de ondergrens is 0 hectare, de bovengrens 14.000 hectare en de stapgrootte 2.000 hectare. Het vierde kwartaal geeft telkens de hoogste mobiliteit. Het derde kwartaal de laagste. De mobiliteit lag in 2023-Q3 op 4.100 hectare. Heeft u naar aanleiding hiervan nog vragen? Neem dan contact op met onze expert Landelijk gebied Paul Peter Kuiper via 0621503747.
Figuur 2 Mobiliteit (ha) landbouwgrond per kwartaal
Bron: Kadaster en Wageningen Economic Research
Open toegankelijk ods-document met data van figuur 2

Provinciaal overzicht

Grondprijzen

In kaart 1 zijn de provinciale agrarische grondprijzen in het meest recente kwartaal opgenomen; figuren 3 tot en met 7 geven de ontwikkeling van de provinciale prijzen in de afgelopen twaalf kwartalen weer. Deze kwartaalprijzen zijn berekend als het voortschrijdend gemiddelde over vier kwartalen.
De gemiddelde agrarische grondprijs loopt in het 3e kwartaal van 2023 uiteen van € 58.000 in Fryslân tot € 163.900 per ha in Flevoland (kaart 1). In Noord-Holland en de drie zuidelijke provincies ligt de grondprijs tussen € 80.000 en € 86.000 per ha, en in de overige zes provincies tussen de € 70.000 en € 74.000 per ha.

Deze kaart toont de agrarische grondprijzen per provincie van 2023-Q3. De grondprijzen zijn berekend op basis van de transacties van de periode 2022-Q4 tot en met 2023-Q3. De legenda toont in blauwtinten de grondprijs, met als ondergrens “0 tot 50.000 euro per hectare” en als bovengrens “150.000 en hoger euro per hectare”. In Friesland is de gemiddelde prijs het laagst met 58.000 euro per hectare. Flevoland heeft met een gemiddelde prijs van 163.900 euro per hectare de hoogste prijs. Heeft u naar aanleiding hiervan nog vragen? Neem dan contact op met onze expert Landelijk gebied Paul Peter Kuiper via 0621503747.

Kaart 1 Agrarische grondprijs naar provincie, 3e kwartaal 2023
Bron: Kadaster en Wageningen Economic Research
Open toegankelijk ods-document met data van kaart 1

Verschil ontwikkeling grondprijs landelijk (figuur 1) en provinciaal (figuren 3 t/m 7)

De landelijke agrarische grondprijs is in het 3e kwartaal van 2023 met ruim 5% gestegen (zie hiervoor), terwijl in alle provincies de grondprijs minder hard steeg, of afnam (zie hierna). De reden is dat de provinciale kwartaalprijzen zijn berekend als het voortschrijdende gemiddelde over vier kwartalen, terwijl de landelijke kwartaalprijs de daadwerkelijke prijs van het kwartaal is. Het provinciale voortschrijdende gemiddelde ijlt daardoor iets na op de landelijke kwartaalprijs-ontwikkeling.

Grondprijsontwikkeling Groningen, Fryslân en Drenthe

Deze grafiek toont de grondprijsontwikkeling voor de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen. De x-as toont de 12 meest recente kwartalen. De y-as toont de grondprijs, met als ondergrens 40.000 euro per hectare en als bovengrens 90.000 euro per hectare en stapgrootte van 10.000 euro per hectare. In de provincie Drenthe steeg de gemiddelde grondprijs in 2023-Q2 naar 71.400 euro per hectare. In Friesland en Groningen daalde de gemiddelde grondprijs iets: in Friesland naar 58.000 en in Groningen naar 69.700 euro per hectare. Heeft u naar aanleiding hiervan nog vragen? Neem dan contact op met onze expert Landelijk gebied Paul Peter Kuiper via 0621503747.

Figuur 3 Grondprijsontwikkeling provincies Groningen, Fryslân en Drenthe
Bron: Kadaster en Wageningen Economic Research
Open toegankelijk ods-document met data van figuur 3

In de provincies Fryslân en Groningen is de gemiddelde agrarische grondprijs in het 3e kwartaal van 2023 met respectievelijk 4% en 2% afgenomen, terwijl die in Drenthe gelijk is gebleven (figuur 3). 

Grondprijsontwikkeling Overijssel, Flevoland en Gelderland

Deze grafiek toont de grondprijsontwikkeling voor de provincies Overijssel en Gelderland. De x-as toont de 12 meest recente kwartalen. De y-as toont de grondprijs, met als ondergrens 40.000 euro per hectare en als bovengrens 90.000 euro per hectare en stapgrootte van 10.000 euro per hectare. De beide provincies laten in 2023-Q3 een stijging in de grondprijsontwikkeling zien. In Gelderland komt de grondprijs in dat kwartaal op 70.300 euro per hectare, in Overijssel komt deze op 73.600 euro per hectare. Heeft u naar aanleiding hiervan nog vragen? Neem dan contact op met onze expert Landelijk gebied Paul Peter Kuiper via 0621503747.

Figuur 4 Grondprijsontwikkeling provincies Overijssel en Gelderland
Bron: Kadaster en Wageningen Economic Research
Open toegankelijk ods-document met data van figuur 4

In de provincies Overijssel en Gelderland is de gemiddelde agrarische grondprijs in het 3e kwartaal van 2023 met respectievelijk 1% en 2% gestegen (figuur 4).

Deze grafiek toont de grondprijsontwikkeling voor de provincie Flevoland. De x-as toont de 12 meest recente kwartalen. De y-as toont de grondprijs, met als ondergrens 40.000 euro per hectare en als bovengrens 160.000 euro per hectare en stapgrootte van 20.000 euro per hectare. De provincie Flevoland laat in 2023-Q3 weer een stijgende grondprijsontwikkeling zien tot het gemiddelde prijsniveau van 163.900 euro per hectare. Heeft u naar aanleiding hiervan nog vragen? Neem dan contact op met onze expert Landelijk gebied Paul Peter Kuiper via 0621503747.

Figuur 5 Grondprijsontwikkeling provincie Flevoland
Bron: Kadaster en Wageningen Economic Research
Open toegankelijk ods-document met data van figuur 5

In de provincie Flevoland is de gemiddelde agrarische grondprijs in het 3e kwartaal van 2023 met 1% gestegen (figuur 5).

Grondprijsontwikkeling Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland

Deze grafiek toont de grondprijsontwikkeling voor de provincies Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De x-as toont de 12 meest recente kwartalen. De y-as toont de grondprijs, met als ondergrens 40.000 euro per hectare en als bovengrens 90.000 euro per hectare en stapgrootte van 10.000 euro per hectare. De provincies Zuid-Holland en Noord-Holland laten in 2023-Q3 een dalende grondprijs zien. In Noord-Holland komt deze uit op 79.700 euro per hectare en in Zuid-Holland op 69.800 euro per hectare. De grondprijs in Utrecht is gestegen naar 73.400 euro per hectare. Heeft u naar aanleiding hiervan nog vragen? Neem dan contact op met onze expert Landelijk gebied Paul Peter Kuiper via 0621503747.

Figuur 6 Grondprijsontwikkeling provincies Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland
Bron: Kadaster en Wageningen Economic Research
Open toegankelijk ods-document met data van figuur 6

In de provincie Utrecht is de gemiddelde agrarische grondprijs in het 3e kwartaal van 2023 met 1% gestegen, terwijl in Noord-Holland en Zuid-Holland de grondprijs met 2% is gedaald (figuur 6).

Grondprijsontwikkeling Zeeland, Noord-Brabant en Limburg

Deze grafiek toont de grondprijsontwikkeling voor de provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland. De x-as toont de 12 meest recente kwartalen. De y-as toont de grondprijs, met als ondergrens 40.000 euro per hectare en als bovengrens 90.000 euro per hectare en stapgrootte van 10.000 euro per hectare. In ieder van de drie provincies is de prijs in het jongste periode gestegen. In Limburg komt deze op 81.600 euro per hectare, in Noord-Brabant op 85.400 euro per hectare en in Zeeland op 85.700 euro per hectare. Heeft u naar aanleiding hiervan nog vragen? Neem dan contact op met onze expert Landelijk gebied Paul Peter Kuiper via 0621503747.

Figuur 7 Grondprijsontwikkeling provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg
Bron: Kadaster en Wageningen Economic Research
Open toegankelijk ods-document met data van figuur 7

In provincies Zeeland en Limburg is de gemiddelde agrarische grondprijs in het 3e kwartaal van 2023 met 1% toegenomen, en in Noord-Brabant met 2% (figuur 7).

Grondmobiliteit

De relatieve grondmobiliteit – het verhandelde areaal afgezet tegen het totaal areaal landbouwgrond – varieert over de vier laatste kwartalen (2022Q4-2023Q3) van 1,10% in Fryslân tot 1,99% in Flevoland (figuur 8). In vergelijking met een jaar eerder (2021Q4-2022Q3) is in 7 provincies de relatieve grondmobiliteit met 0,1 procent of meer afgenomen, met de grootste daling in Zuid-Holland en Noord-Holland met 0,3 procentpunt. In Zeeland en Flevoland is de grondmobiliteit met respectievelijk 0,4 en 1,1 procentpunt gestegen.

Deze grafiek toont de relatieve grondmobiliteit -dat is de verhandelde oppervlakte ten opzichte van het totale beschikbare areaal landbouwgrond- per provincie. De x-as toont de 12 provincies. De y-as toont de relatieve grondmobiliteit, de ondergrens is 0%, de bovengrens 2,5%, de stapgrootte is 0,5%. De grafiek vergelijkt de relatieve mobiliteit in de periode oktober 2021 tot en met september 2022 met de periode oktober 2022 tot en met september 2023. In de provincies Flevoland en Zeeland steeg de mobiliteit. In de overige provincies daalde de mobiliteit in deze periode. Heeft u naar aanleiding hiervan nog vragen? Neem dan contact op met onze expert Landelijk gebied Paul Peter Kuiper via 0621503747.

Figuur 8 Relatieve mobiliteit landbouwgrond (%) in 2021-Q3 t/m 2022-Q2 en 2022-Q3 t/m 2023-Q2
Bron: Kadaster en Wageningen Economic Research
Open toegankelijk ods-document met data van figuur 8

Verantwoording

Agrarische grondprijs

De agrarische grondprijs is de prijs van vrij beschikbare landbouwgrond gekocht door agrariërs. Aan de basis van de berekening van de grondprijs staan de transacties in het eigendomsregister van het Kadaster, aangevuld met informatie over de agrarische sector. Voor het bepalen van de agrarische grondprijs zijn de verhandelde percelen op de volgende kenmerken geselecteerd:

  • koper heeft een landbouwbedrijf
  • grasland, bouwland, snijmais
  • soort overdracht is koop-verkoop
  • zakelijk recht is volle eigendom
  • geen opstallen
  • geen reguliere pachtovereenkomst of erfpacht
  • geen familierelatie
  • oppervlak perceel groter dan 0,25 ha
  • de koopsom is groter dan € 1,-

Verhandelde percelen met extreem hoge en lage prijzen zijn volgens een statistische methodiek uitgesloten.

De gepresenteerde grondprijzen in de gezamenlijke provincies kunnen afwijken van de gepresenteerde gemiddelde grondprijzen op landelijk niveau. De reden hiervan is dat de provinciale kwartaalprijzen worden berekend als het voortschrijdende gemiddelde over 4 kwartalen, terwijl de landelijke kwartaalprijs de daadwerkelijke gemiddelde prijs binnen 1 kwartaal is.

Agrarische grondmobiliteit

De agrarische grondmobiliteit – het verhandelde areaal landbouwgrond – geeft aan hoeveel agrarische grond is verhandeld op de vrije markt. Aan de basis van de berekening van de grondmobiliteit staan de transacties in het eigendomsregister van het Kadaster, aangevuld met informatie over de agrarische sector. Voor het bepalen van de agrarische grondmobiliteit zijn de verhandelde percelen op de volgende kenmerken geselecteerd:

  • grasland, bouwland, snijmais, bollenland, boomkwekerij, fruitteelt en overig tuinland
  • soort overdracht is koop-verkoop en veilingen
  • zakelijk recht is volle eigendom
  • geen familierelatie
  • oppervlak perceel groter dan 0,25 hectare
  • de koopsom is groter dan € 1,-

Over het kwartaalbericht

Dit kwartaalbericht is een samenwerking van Wageningen Economic Research en het Kadaster.  

Aanmelden kwartaalbericht per mail

Logo van Wageningen University & Research.Logo van het Kadaster

Koopwoning voor middeninkomens onder druk

Zijn er nog voldoende betaalbare koopwoningen beschikbaar voor middeninkomens? Wat is het gevolg van het afnemende aanbod van particuliere huurwoningen voor middeninkomens? We onderzochten het.

Belangrijkste conclusies over betaalbare woningen voor middeninkomens

  • Investeerders verkopen sinds 2021 meer woningen dan ze kopen. Hierdoor neemt het woningaanbod in de particuliere huursector af. Dit komt onder meer door verschillende maatregelen die de overheid sinds 2021 heeft doorgevoerd. 
  • Hoewel investeerders meer woningen verkopen, zijn die woningen voor veel lage- en middeninkomens toch niet bereikbaar vanwege de gestegen hypotheekrente.
  • Meer dan de helft van de huishoudens in een particuliere huurwoning wil verhuizen naar een koopwoning. Bron: WoonOnderzoek Nederland van de overheid (WoON).
  • Koopstarters krijgen iets meer kansen op de woningmarkt en kopen langzaamaan meer woningen. Dit komt door minder concurrentie van investeerders en doordat doorstromers vanwege de hogere hypotheekrente het kopen van een nieuwe woning uitstellen.  
  • Tweeverdieners met een inkomen van € 60.000 (1,5 x modaal in 2023) konden in het 1e halfjaar van 2023 nog maar 20% van alle verkochte woningen kopen zonder eigen geld. 6 jaar eerder, in 2017, was dat nog 68%. Dit betekent dat de betaalbaarheid en bereikbaarheid van een koopwoning voor lagere- en middeninkomens met weinig startkapitaal, steeds verder onder druk komt te staan.
  • Een specifieke groep woningzoekers valt tussen wal en schip: zij verdienen te veel om een corporatiewoning te mogen huren, maar te weinig om een koopwoning te kunnen kopen.  
  • Voor kopers met een inkomen op de sociale huurgrens en geen eigen geld is het koopwoningaanbod in meer dan de helft van alle gemeenten minder dan 5%. Alleen in het noorden van Friesland en Groningen, het oosten van Drenthe en het zuiden van Limburg en Zeeland is er nog écht kans van slagen voor kopers met een inkomen op de sociale huurgrens.

Vraag het complete onderzoek aan op platform31.nl

Meer informatie

  • Dit onderzoeksrapport is geschreven door Lianne Hans, Marion Plegt & Paul de Vries van het Kadaster voor Discussiedagen Sociale Huisvesting van Platform31. Platform31 brengt partijen bij elkaar zodat men samen de maatschappelijke opgaven kan onderzoeken. Bekijk de papers van de discussiedagen op platform31.nl.
  • Wilt u meer weten over dit onderzoek of de woningmarkt? Neem dan contact op met onze woningmarktexpert. Contactgegevens vindt u op de pagina Paul de Vries, woningmarktexpert.
  • Meer onderzoeken van het Kadaster over de woningmarkt vindt u op de pagina Onderzoeken.
  • Wilt u voortaan ieder kwartaal cijfers en inzichten over de woningmarkt ontvangen? Schrijf u dan in voor ons Kwartaalbericht woningmarkt via het aanmeldformulier.

Prijzen koopwoningen bijna 2% hoger dan jaar eerder

In december 2023 waren de prijzen van bestaande koopwoningen gemiddeld 1,6% hoger dan in december 2022. De prijsstijging volgt op 10 maanden met een prijsdaling. Ten opzichte van november 2023 stegen de prijzen in december met 0,2%. De prijsontwikkelingen in dit bericht zijn gebaseerd op de prijsindex van bestaande particuliere koopwoningen in Nederland van het CBS en het Kadaster.

Prijzen koopwoningen stijgen met 0,2% ten opzichte van november

Ten opzichte van november is de prijsindex bestaande koopwoningen in december met 0,2 procent gestegen. De prijzen van bestaande koopwoningen bereikten in juni 2013 een dieptepunt. Vervolgens was er sprake van een stijgende trend tot augustus 2022. Toen sloeg de trend om en daalde de prijsindex tot juni 2023. Sindsdien stegen de prijzen van koopwoningen weer.

Vergeleken met het dal in juni 2013 waren de prijzen in december ruim 93 procent hoger.

Meer cijfers in Vastgoeddashboard

Iedere maand staan de cijfers over onder andere woningverkopen in ons Vastgoeddashboard. In dit dashboard vindt u grafieken en tabellen voor heel Nederland en per provincie.

Naar Vastgoeddashboard

Kadaster Kwartaalbericht woningmarkt

Rijksvastgoedbedrijf en Kadaster zoeken samen erfgenamen

Als iemand overlijdt, gaan zijn eigendommen naar de erfgenamen. Dat staat in de wet. Maar wat als niet duidelijk is wie de erfgenaam is? Het Rijksvastgoedbedrijf spoort erfgenamen op. Dat helpt ons weer om de kadastrale registratie op te schonen.

Petra Junier is bij het Rijksvastgoedbedrijf hoofd van de sectie onbeheerde nalatenschappen. “Denk aan auto’s, ringen, schilderijen, pony’s, katten. Maar ook geld of woningen. Wij voorkomen dat nalatenschappen verloren gaan.”

Omgeving ook blij met opsporen erfgenamen

Een speurtocht naar erfgenamen van een onbeheerd pand begint vaak bij een signaal van de buren. Junier: “Soms groeit er onkruid dwars door een woning heen of is er stankoverlast. Dat heeft een negatief effect op de waarde van woningen ernaast. Dus naast dat we in zo’n geval erfgenamen opsporen, is ook de omgeving blij met onze werkzaamheden.”

Steeds meer samenwerking met belanghebbende partijen

Het Rijksvastgoedbedrijf behandelde in 2021 zo’n 2.200 gevallen. Dat aantal stijgt doordat steeds meer belanghebbende instanties willen samenwerken. “Gemeenten na een gemeentelijke uitvaart, bewindvoerders en schuldhulpverleners. Zij mogen als een cliënt is overleden niets meer doen. De Belastingdienst ondersteunen we bij de aanslagen erfbelasting. En ook het Kadaster vroeg om hulp.”

Onroerend goed op naam van overledenen

In de kadastrale registratie staan zo’n 260.000 objecten nog op naam van een overledene. De partner van de overledene blijft bijvoorbeeld in de woning wonen, maar dit wordt niet in de registratie bijgewerkt. Of er is geen Verklaring van Erfrecht ingeschreven. Via het achterhalen van de erfgenamen kunnen wij onze registratie opschonen, waardoor deze de werkelijkheid beter weergeeft.

In de meeste gevallen blijkt de achtergebleven partner er te wonen of een andere erfgenaam.

Petra Junier - hoofd onbeheerde nalatenschappen bij Rijksvastgoedbedrijf

Samenwerking bij opsporen erfgenamen

“Wij kunnen het Kadaster helpen als het perceel groter is dan 100m2. En als het gaat om half of volledig eigendom”, aldus Junier. “In de meeste gevallen blijkt de achtergebleven partner er te wonen of een andere erfgenaam. Hen laten we via een brief weten dat zij het makkelijk kunnen rechtzetten door een Verklaring van Erfrecht te laten inschrijven bij het Kadaster via de notaris.”

“Er is altijd een voordeel”

Slechts in een klein aantal gevallen wordt geen erfgenaam gevonden. Dan gaat de nalatenschap na 20 jaar naar de staat. “We schrijven erfgenamen alleen aan als de baten voldoende zijn, dus niet als er schulden zijn. Er is altijd een voordeel voor erfgenamen!”

Meer informatie

Terzake

Nieuwe kaartlaag en luchtfoto's op Topotijdreis

Op Topotijdreis bekijkt u kaarten en luchtfoto’s van heel Nederland. De website is nu bijgewerkt met een actuele kaart en luchtfoto’s tot 2023.

Veranderingen door de jaren heen

U kunt op Topotijdreis zien hoe uw woonplaats in de loop der jaren is veranderd. Neem bijvoorbeeld ’t Goylaan in Hoograven Utrecht. In 3 jaar verandert deze van een binnenstedelijke snelweg naar een stadsboulevard. Zelfs de tijdelijke wegaanpassingen in 2016 zijn te zien op de foto van dat jaar.

Oud en nieuw naast elkaar en luchtfoto's

Behalve topografische kaarten kunt u in Topotijdreis ook luchtfoto’s bekijken vanaf 2006. In een dubbele weergave ziet u de oude en nieuwe situatie naast elkaar om te kunnen vergelijken. De tijdbalk wordt automatisch aangepast. Zodra er nieuwe luchtfoto’s worden toegevoegd past de tijdbalk zich automatisch aan. Zo kunt u altijd de meest actuele foto bekijken.

Maak een reis door de tijd op www.topotijdreis.nl

 

Tarieven per 1 januari 2024

Het Kadaster wijzigt per 1 januari 2024 zijn tarieven. Het gaat hierbij om een algemene inflatiecorrectie van 13,2% met daarbij een verhoging van 6,3% voor enkele productgroepen. We beseffen dat dit een relatief forse stijging is die gevolgen kan hebben voor onze klanten.

Het Kadaster bepaalt jaarlijks op basis van het Meerjarenbeleidsplan, de meerjarenbegroting en actuele ontwikkelingen of tariefwijzigingen noodzakelijk zijn. 

We hebben te maken met een daling van inkomsten. Dit komt door een blijvende afname van transacties in de vastgoedsector en een daling van het gebruik van diensten van het Kadaster. Ook hebben we te maken met stijgende kosten door inflatie. Het Kadaster heeft waar mogelijk maatregelen genomen om de kostenstijging te beperken. Naast deze kostenbeheersing en het aanspreken van ons eigen vermogen is een tariefstijging noodzakelijk. Zo kunnen we de rechtszekerheid blijven borgen en de dienstverlening in stand houden. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft onze tarieven voor 2024 goedgekeurd.

Belangrijkste aanpassingen:

  • Een inflatiecorrectie van 13,2% voor alle tarieven (behalve het tarief voor kabel- en leidinginformatie). 
  • Een verhoging van 6,3% van de tarieven (naast de inflatiecorrectie) voor enkele productgroepen. Deze worden  op onze tarievenpagina gespecificeerd.
  • Een verlaging van het tarief voor kabel- en leidinginformatie (KLIC-melding) van € 11,50 naar € 11,- per melding.
  • Een verhoging van het tarief voor een objectlijst van € 1,20 naar € 3,35.

Meer informatie

Meer informatie is te vinden op de pagina Tarieven.

Als zakelijke klant kunt u terecht bij een van onze relatiemanagers.

Prijzen koopwoningen ook 5,5% lager in juli

In juli 2023 waren de prijzen van bestaande koopwoningen gemiddeld 5,5% lager dan in juli 2022. De jaar-op-jaardaling is gelijk aan die van een maand eerder. Ten opzichte van juni 2023 stegen de prijzen met 0,5%. De prijsontwikkelingen in dit bericht zijn gebaseerd op de prijsindex van bestaande particuliere koopwoningen in Nederland van het CBS en het Kadaster. 

Prijsindex koopwoningen stijgt met 0,5% ten opzichte van juni

Ten opzichte van juni is de prijsindex bestaande koopwoningen in juli met 0,5% gestegen. De prijzen van bestaande koopwoningen bereikten in juni 2013 een dieptepunt. Vervolgens was er sprake van een stijgende trend tot augustus 2022. Toen sloeg de trend om, maar de afgelopen twee maanden zijn de prijzen weer gestegen. 

Vergeleken met het dal in juni 2013 waren de prijzen in juli ruim 88,3% hoger.

Meer cijfers in Vastgoeddashboard

Iedere maand staan de cijfers over onder andere woningverkopen in ons Vastgoeddashboard. In dit dashboard vindt u grafieken en tabellen voor heel Nederland en per provincie.

Naar Vastgoeddashboard

Kadaster Kwartaalbericht woningmarkt

Prijzen koopwoningen bijna 1% lager dan jaar eerder 

In november 2023 waren de prijzen van bestaande koopwoningen gemiddeld 0,9% lager dan in november 2022. De prijsdaling was opnieuw kleiner dan een maand eerder. Ten opzichte van oktober 2023 stegen de prijzen in november met 0,5%. De prijsontwikkelingen in dit bericht zijn gebaseerd op de prijsindex van bestaande particuliere koopwoningen in Nederland van het CBS en het Kadaster. 

Prijzen koopwoningen stijgen met 0,5% ten opzichte van oktober

Ten opzichte van oktober is de prijsindex bestaande koopwoningen in november met 0,5% gestegen. De prijzen van bestaande koopwoningen bereikten in juni 2013 een dieptepunt. Vervolgens was er sprake van een stijgende trend tot augustus 2022. Toen sloeg de trend om en daalde de prijsindex tot juni 2023. Sindsdien stegen de prijzen van koopwoningen weer. 

Vergeleken met het dal in juni 2013 waren de prijzen in november bijna 93% hoger. 

Meer cijfers in Vastgoed Dashboard

Iedere maand publiceert het Kadaster cijfers over onder andere woningverkopen in ons Vastgoed Dashboard. In dit dashboard vindt u grafieken en tabellen voor heel Nederland en per provincie.

Naar Vastgoeddashboard

Kadaster Kwartaalbericht woningmarkt

Prijzen koopwoningen ruim 4% lager in april

In april waren de prijzen van bestaande koopwoningen gemiddeld 4,4% lager dan in april 2022. Een maand eerder was de daling 2,3% ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar. Dit blijkt uit onderzoek naar de prijsontwikkeling van bestaande particuliere koopwoningen in Nederland van het CBS en het Kadaster. 

Prijzen koopwoningen dalen verder in april

Ten opzichte van maart is de prijsindex bestaande koopwoningen in april met 1,1% gedaald. De prijzen van bestaande koopwoningen bereikten in juni 2013 een dieptepunt. Vervolgens was er sprake van een stijgende trend, tot augustus 2022. Sindsdien is de prijsindex vrijwel onafgebroken gedaald. 

Vergeleken met het dal in juni 2013 waren de prijzen in april ruim 87% hoger. 

Meer cijfers in Vastgoed Dashboard

Iedere maand staan de cijfers over onder andere woningverkopen in ons Vastgoed Dashboard. In dit dashboard vindt u grafieken en tabellen voor heel Nederland en per provincie.

Naar Vastgoed Dashboard

Kadaster Kwartaalbericht woningmarkt