Impact op het dagelijkse werk

Wat betekende de oorlog voor het werk van het Kadaster?

De oorlog en de bezetting hadden grote invloed op het normale leven en ook op het werk van het Kadaster. De ‘gewone’ werkzaamheden kwamen op den duur bijna stil te liggen. Het aantal in te schrijven akten liep bijvoorbeeld drastisch terug. Daar stond tegenover dat er veel ander werk voor in de plaats kwam.

Huizenmarkt komt tot stilstand

Als een gebouw of stuk grond een nieuwe eigenaar krijgt, wordt dat vastgelegd in de kadastrale registratie. De cijfers uit de oorlogsjaren laten daarin opmerkelijke uitschieters zien. Waar in 1940 en 1941 juist meer aktes worden aangeboden, daalt het aantal overdrachten in de late oorlogsjaren sterk. In 1945 worden 85% minder aktes geregistreerd, er worden nog nauwelijks huizen verkocht. Vanaf 1946 beginnen de cijfers weer te stijgen.

Het hogere aantal in het begin van de oorlog is waarschijnlijk te verklaren door de maatregelen van de bezetter waarbij de Joden van hun eigendommen werden beroofd. In totaal werden 6.000 hectare landbouwgrond, 20.000 gebouwen en 8.000 hypotheken door Duitse instellingen in beheer genomen en vervolgens ‘verkocht en overgedragen’. Voor het Kadaster betekende dat het verwerken van naar schatting 18.000 akten en 30.000 ‘aantekeningen inzake beheer’.

Gebouwen uit kadastrale kaart verwijderen

Door de vele verwoestingen in de oorlog was de kadastrale registratie al snel niet meer up-to-date. In totaal werden in Nederland 100.000 woningen, 8.000 boerderijen, 3.000 bedrijven en 400 kerken verwoest. Al deze gebouwen moesten uit de registratie en de kadastrale kaart worden verwijderd, wat veel extra werk betekende. 

De meeste schade leden de provincies Zeeland, Zuid-Holland en Gelderland, terwijl houtroof er in Amsterdam voor zorgde dat zo’n 4.000 woningen slooprijp werden verklaard. Daarnaast waren er in het hele land 400.000 beschadigde woningen die hersteld moesten worden. Ook dit zal werk hebben opgeleverd, want het Kadaster registreerde destijds de gegevens voor de grondbelasting van een woning. Dit bedrag moest misschien wel meerdere keren worden aangepast.

Nieuwe grens met Duitsland

Na de oorlog moest Duitsland aan Nederland de geleden schade compenseren. Omdat het land geen geld meer had om deze herstelbetalingen te doen, werd een deel van het Duitse grondgebied gevorderd. In 1949 werd 69 vierkante kilometer Duits grondgebied aan Nederland toegevoegd. Uiteindelijk is dit in 1963 weer voor 90% aan Duitsland teruggegeven. Dit betekende extra werk voor medewerkers van het Kadaster, want al die veranderingen moesten telkens worden verwerkt.

Het einde van de ‘bladschrijvers’

Heeft de bezetting het Kadaster ook iets goeds opgeleverd? Op administratief gebied misschien wel. Sinds 1811 werden de stukken voor de openbare registers namelijk letterlijk overgeschreven. Dit werk deden de zogenoemde bladschrijvers, die per bladzijde (twee zijden) ongeveer 30 cent verdienden. Hoewel men rond 1900 deze tijdrovende werkwijze al wilde veranderen, was dat tot de oorlog niet gelukt.

Nadat het Kadasterkantoor in Middelburg bij een bombardement was verwoest, zoals beschreven op de pagina Schade aan Kadasterkantoren, werd sneller werken opeens relevant. Alle hypotheken moesten namelijk opnieuw worden ingeschreven. De nieuwe werkwijze - die tot 2005 heeft bestaan - hield in dat aanbieders in het vervolg zélf een afschrift van de akte aan moesten leveren. Hiervoor werd een speciaal formulier gebruikt dat direct aan de registers kon worden toegevoegd. De bladschrijvers werden hiermee verleden tijd.

Wilt u meer lezen?

Dit artikel is gebaseerd op het boek Het Kadaster in de oorlog van Zacharias Klaasse. U kunt dit e-book (pdf) aanvragen via onze afdeling Communicatie.

Vraag het e-book aan

Wilt u ook de andere artikelen over het Kadaster en de Tweede Wereldoorlog lezen?

Naar pagina Tweede Wereldoorlog