Completer inzicht in locatie van zonnepanelen

Zowel het Kadaster als het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) houden data bij over zonnepanelen. Maar in hoeverre komt dat wat het CBS registreert overeen met onze luchtfoto’s? En hoe vullen registratie en detectie elkaar aan?

Zonnepotentie in kaart brengen

“Iedereen weet dat Nederland doelen in de energietransitie te behalen heeft. Om tot een effectief regionaal beleid te komen en de doelen te monitoren, is betrouwbare eenduidige data nodig. Data over bijvoorbeeld zonnepanelen”, legt Bhavya Kausika uit, specialist Geodata bij het Kadaster. “Door zonnepanelen te registreren of detecteren, wordt het inzichtelijk hoeveel energie we in Nederland opwekken met zon en hoeveel potentie op daken er nog over is.”

Datasets vergeleken

“We vergeleken onze datasets (op basis van luchtfoto’s) en de dataset van het CBS (op basis van registraties) met elkaar. Om zo te onderzoeken of deze elkaar kunnen aanvullen en versterken. Completere regionale datasets bieden namelijk inzicht in bijvoorbeeld de infrastructuur die nodig is om duurzame energie-installaties te laten werken. We startten met de vergelijking van de datasets van 4 gemeenten: Arnhem, Heerlen, Utrecht en Het Hogeland (in de provincie Groningen)”, aldus Kausika.

Kadaster gebruikt beeldherkenning

Het Kadaster detecteert zonnepanelen op gebouwen via de luchtfoto’s die jaarlijks worden gemaakt. Sinds dit jaar zijn deze luchtfoto’s openbare data. Op basis van de vorm van dakvlakken en hun oriëntatie kan hun zonnepotentie worden uitgerekend: hoeveel energie zou een zonnepaneel op het dak jaarlijks kunnen genereren? Door de locatie te combineren met de zonnepotentie maakt het Kadaster voor overheden inzichtelijk hoeveel zonnepotentie er nog aanwezig is.

Het combineren van datasets geeft een eenduidiger en completer regionaal beeld van benut en onbenut zonnestroompotentieel.

Krista Keller - VIVET-projectleider bij het CBS

CBS gebruikt bestaande registraties

De zonnestroomstatistiek van het CBS laat zien hoeveel zonnestroom we in Nederland opwekken, bijvoorbeeld met particuliere zonnepanelen op het dak of met grote zonneparken. Het CBS gebruikt hiervoor bestaande registraties als basis. Hieruit volgt een analysebestand met onder andere het vermogen van zonnepanelen, of de installatie op een dak, in het water of in een veld ligt en de (deels ingeschatte) productie. Deze data zijn vervolgens de basis voor statistieken die niet te herleiden zijn tot individuele installaties.

Helaas niet altijd een match

“Het voordeel van het combineren van de datasets is dat je de kracht en voordelen van beide methoden kan samenbrengen. Dat geeft een eenduidiger en completer regionaal beeld van benut en onbenut zonnestroompotentieel”, vertelt Krista Keller, projectleider bij het CBS.

Ook de onderlinge verschillen en mismatches werden geanalyseerd. Haar collega Manon van Middelkoop (statistisch onderzoeker) vult aan: “Mismatches ontstaan om verschillende redenen. Bijvoorbeeld omdat de eigenaar niet elk zonnepaneel in een register aanmeldt. Of afmeldt bij verwijdering. Het kan ook andersom: een woning waarvan de geregistreerde zonnepanelen op de gevel zitten of geïntegreerd zijn in de dakpannen, zien we niet op de luchtfoto.”

Zuivere data

Vanuit deze bevindingen werken de onderzoekers aan een vervolg om elkaars kennis en data in te kunnen zetten voor zonnestroomstatistiek en zonnepotentie-analyses. “Wanneer eigenaren meer zonnepanelen registreren, levert dit ook meer zuivere data op”, zegt Kausika. Keller sluit af: “Door deze samenwerking weten we nu beter hoe beide datasets zich tot elkaar verhouden. En hoe we elkaars data en kennis aanvullend kunnen inzetten voor nog completere en eenduidige informatievoorziening van zonnestroom.”

Onderdeel van VIVET

Dit onderzoek is gedaan in opdracht van het landelijke initiatief Verbetering van de Informatievoorziening Voor de Energietransitie (VIVET). Lees meer op de pagina VIVET.

Meer weten?

Terzake

Dit artikel komt uit het Kadastermagazine Terzake van september 2022.